26 februari 2011 In de media

Maasbert Schouten, een halfjaar later

Maasbert Schouten was de Kop van Jut na de legendari­sche perspresentatie van Merab Zjordania bij Vitesse. Een halfjaar na dato blikt de oud-voorzitter terug.
Oud-voorzitter blikt terug op legendarische persconferentie 

Voor Vitesse-fans zou 16 augustus voortaan een nationale feestdag zijn, de verkeerslichten in Arnhem stonden niet langer op rood maar op groen en het ultie­me streven van Vitesse was de landstitel binnen drie jaar. Drie van de vele oneliners uit de mond van Maasbert Schouten (39). Uitge­sproken op de hilarische persconfe­rentie, die van Schouten een be­kende Nederlander maakte.

Hoe kijkt u nu terug op uw rol tij­dens die persconferentie?

Schouten: „ Ik was te enthousiast. Van mezelf ben ik al een druk per­soon en ik heb nooit mediatrai­ning gehad. Het is niet zo dat ik uit ijdelheid mijn moment van glo­rie wilde hebben. We konden de salarissen niet meer betalen, we moesten mensen ontslaan. Het was een grote ellende. En door de komst van Merab had Vitesse, mijn cluppie, ineens weer ambi­ties en perspectieven. Ik was ziels­gelukkig.”

Hebt u spijt van uw optreden?

„Van mijn enthousiasme wel, hoe­wel ik nooit echt spijt heb van din­gen. Maar als ik het nu weer moest doen, dan zou ik wat kreten wegla­ten. Maar de strekking bleef het­zelfde. De komst van Zjordania was de redding voor Vitesse.”

Vooral uw opmerking dat Vitesse in 2013 kampioen gaat worden, zorgde voor opschudding.

„Van tevoren hebben Merab Zjor­dania, Ester Bal ( woordvoerster, red.), Ted van Leeuwen (technisch directeur, red.), Marcell Ham (RvC, red.) en ik gesproken wat we zouden gaan communiceren.

Het was de boodschap van Vites­se, niet van Maasbert Schouten.

Persoonlijk vond ik juist een vier­de of vijfde plaats een goede en ge­loofwaardige doelstelling. Dat heb ik tijdens die meeting ook nadruk­kelijk geopperd. Maar de ambitie van Merab was en is meedoen om het kampioenschap. Ik vind het mooi, dat je durft uit te spreken dat je ergens voor gaat. Als hij die ambitie heeft, waarom zal je dat dan niet uitspreken?”

Omdat het logisch was dat u vervol­gens de hele voetbalwereld over u heen zou krijgen. Nederlanders hou­den wel van bravoure, maar niet bij een ander.

„ Ik heb er niet wakker van gele­gen, want zakelijk had ik al het no­dige te verduren gekregen, dus ik was wel wat gewend. Het is niet zo dat ik schreeuw om waarde­ring, schouderklopjes heb ik niet nodig. Ik denk echt niet dat ik de belangrijkste man ben die ooit bij Vitesse heeft rondgelopen. Maar ik ben trots op dat wat ik voor Vites­se heb gedaan, zoals ook mensen als Paul van der Kraan of de Vrien­den veel hebben gedaan voor de club. Zonder mij had de club niet meer bestaan. Als je dan wordt neergezet als een lulletje rozenwa­ter, als een sukkel die je beter niet bij je club kunt hebben, dan is dat wel pijnlijk.”

De doorverkoop van het volledige aandelenpakket aan Zjordania heeft u ongeveer vier miljoen euro winst opgeleverd.

„Ik ga niet in op bedragen. Wat me fascineert, is dat er ook binnen Vitesse mensen zijn die het frus­treert dat ik geld verdiend zou heb­ben over de rug van Vitesse. Dat begrijp ik niet. Het is ook hele­maal niet het geval. Er waren voor mij twee voorwaarden. Een ver­koop moest goed zijn voor de per­spectieven van Vitesse. En ik zou het geld terugkrijgen dat ik in de club had gestopt. Meer is mooi meegenomen, want ik ben een za­kenman.

Het risico van de investe­ring was enorm, het is normaal dat daar een hoog rendement te­genover staat. Maar als iemand een miljoen meer had geboden voor de aandelen dan Zjordania, zonder goede perspectieven te bie­den, dan had ik het niet gedaan.”

Maar u hebt op de ochtend voor de persconferentie toch snel de laatste aandelen gekocht, om ze met een woekerwinst door te verkopen?

„Nee, zo is het niet gegaan. Ik ben blij dat ik dat eindelijk eens uit kan leggen. Eind 2008 heb ik 20 procent van de aandelen gekocht, omdat Vitesse liquiditeit nodig had om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. In het voorjaar van 2009 konden de salarissen ech­ter alweer niet betaald worden. Ik heb toen een lening verstrekt.

Deed ik dat niet, dan was het ein­de oefening. Binnen een maand zou de club me terugbetalen. Dat lukte Vitesse helaas niet en toen is medio 2009 in ruil daarvoor de res­terende 80 procent van de aande­len aan mij verkocht. Die levering heb ik op 16 augustus ’s ochtends alleen nog maar bekrachtigd.”

Waarom niet eerder?

„ Omdat we bezig waren om meer aandeelhouders te vinden. Ik wil­de niet eens alle aandelen. Ik heb liever 60 procent van een gezond bedrijf, dan 100 procent van een bedrijf dat failliet gaat.”

U bent geen eigenaar meer en zit ook niet meer in de RvC. Doet u ei­genlijk nog iets bij Vitesse?

„Ik ben beschikbaar als adviseur voor Merab. Zo hebben we dat af­gesproken. Nee, daar krijg ik geen vergoeding voor. En verder ben ik gewoon nog steeds supporter. Ik zit bij thuiswedstrijden altijd in mijn eigen loge van Afab.”

Vitesse zou meedoen om de titel, maar staat ook nu nog midden in de gevarenzone. Van de mooie praatjes is nog weinig terecht gekomen.

„ Als we nu zesde hadden gestaan, dan was iedereen veel positiever geweest. Als ik zie welke stappen Merab heeft gezet, dan vind ik het bijna dom van de goegemeente dat die dat niet ziet. Vitesse krijgt een geweldige trainingsaccommo­datie en de club roert zich op de transfermarkt. Als je ziet hoeveel moeite Ajax heeft om de transfer van Bas Dost rond te krijgen. Vites­se haaltWilfried Bony, in dezelfde prijscategorie. Je kunt een mening hebben over de aankopen, maar het is een feit dat er bij Vitesse geïnvesteerd wordt. Er wordt bewe­zen dat wat er op 16 augustus is verteld, niet alleen praatjes wa­ren.”

(Redactie: met dank aan Maasbert Schouten voor tekst en toestemming.)

De Gelderlander / Maasbert Schouten

Hoofdsponsor: