Mason Mount, Vitesse-pareltje dat uitzondering op Chelsea-regel
‘Ik ben hiernaartoe gekomen omdat ik wil slagen. Ik wil slagen bij Chelsea! In de Nederlandse competitie wordt goed voetbal gespeeld. Voor mij én de mensen die me hebben geholpen bij deze keuze, was dat doorslaggevend.’ Het was in het najaar van 2013. In de lobby van hotel Papendal zaten we tegenover een jongen die in de kleedkamer toen al de nieuwe Kaká werd genoemd. Het mannetje was negentien jaar oud en kauwde onderuitgezakt op een stoel op een groot stuk kauwgom. Op de website van Chelsea stond dat hij recent The Young Player of The Year-award had gewonnen. Lucas Piazon was talentvol en dat wist hij. Op die koude donderdagmiddag filosofeerde hij hardop over het WK in Rusland. De talentvolle Braziliaan zou naar eigen zeggen in 2018 definitief de wereld veroveren.
Vier jaar later slijt Piazon zijn dagen als huurling bij Fulham, uitkomend in het Championship. Na een aardig seizoen bij Vitesse verdedigde de Braziliaan achtereenvolgens de kleuren van Eintracht Frankfurt, Reading en nu dus The Cottagers. Inmiddels is hij 23. Wie in diens statistieken duikt, ziet dat hij nergens meer zoveel minuten maakte als in Gelderland. Dat WK heeft er nooit ingezeten.
Zo interviewden we door de jaren heen talloze Chelsea-talenten op doorreis in Arnhem. Tieners die stuk voor stuk droomden van een basisplaats op Stamford Bridge, maar bedrogen uitkwamen. Piazon, Christian Atsu, Bertrand Traoré, Lewis Baker en Tomás Kalas konden hun belofte niet inlossen. Het is dan ook gemakkelijk sceptisch te worden wanneer er in Gelderland een nieuw talent zijn neus aan het venster steekt.
En toch bezweren Britse journalisten dat het deze keer anders is. Dat er nu een tiener is opgestaan die op den duur daadwerkelijk de stap naar Stamford Bridge kan maken. Hij luistert naar de naam Mason Mount. Een jaar jonger dan Piazon ten tijde van zijn eerste interview, en ook hij is gekroond tot het grootste talent van de Britse jeugdopleiding. Deze zomer werd Mount zelfs uitgeroepen tot beste speler op het door Engeland gewonnen EK Onder-19.
Inmiddels maakt hij in rap tempo naam in de Eredivisie. In tegenstelling tot zijn Braziliaanse voorganger kiest Mount zijn woorden zorgvuldiger, al lijkt de boodschap hetzelfde. ‘Ik was zes jaar oud toen ik in de opleiding van Chelsea terechtkwam. Mijn vader zei destijds: “Zoon, besef je wel dat John Terry de enige jeugdspeler is die in de afgelopen twintig jaar het eerste elftal heeft gehaald?” Hoe ik reageerde? Dan ben ik de volgende, zei ik. Het was kinderlijk enthousiasme, een beetje bluf misschien. Maar tegelijkertijd meende ik het wel. Ik ben al twaalf jaar onderdeel van de Chelsea-opleiding. Mijn doel was én is ooit het eerste elftal te halen. Ik weet dat het ontzettend moeilijk en zwaar wordt, maar ik blijf er elke dag alles voor geven.’
Portsmouth
Mason Mount blijkt een keurige Britse jongen. Bescheiden, welopgevoed. Als hij al een fervent kauwgomkauwer zou zijn, dan had hij het pakje vanmiddag diep in zijn trainingsbroek weggestopt. Hij heeft immers een voorbeeldfunctie. Een paar weken geleden liep de Engelsman hier nog anoniem door de gangen van het Arnhemse trainingscomplex, inmiddels kan hij niet eens meer rustig boodschappen doen in zijn tijdelijke woonplaats Doorwerth. Wat goed is komt snel en bij Mount gaat alles net iets sneller dan bij zijn leeftijdsgenootjes. Vanmiddag vertelt de tiener in prachtige volzinnen over zijn bijzondere bestaan. Hoe hij al twaalf jaar dag in, dag uit, de hand legt aan zijn eigen jongensboek.
Het begon allemaal in het havenstadje Portsmouth, waar hij als jongste uit een gezin van vier een bal kreeg van zijn vader. Het bleek geen toeval. ‘Mijn vader Tony is manager geweest bij Havant Town en Newport. Ook speelde hij op een hoog amateurniveau. Of hij goed was? Zelf zegt hij van niet’, lacht de kleine middenvelder. ‘In de zomer, als er in Engeland geen competitievoetbal werd gespeeld, werden er toernooitjes georganiseerd. We hadden een team met een paar vriendjes en mijn vader was onze trainer. Wat hij deed? Hij schreef ons altijd in voor een hogere leeftijdscategorie. Hij zei dat we alleen dan ook echt beter zouden worden. Vreemd genoeg wonnen we praktisch alles. Ik was vier jaar oud toen ik meespeelde in een toernooi voor spelers tot zes jaar. Een scout van Chelsea merkte me op, ik mocht meetrainen. Mijn vader vond me toen nog te jong. Twee jaar later kwamen ze terug. Ik trainde één dag in de week bij Chelsea, maar ook bij Portsmouth en Southampton. Vervolgens moest ik een keuze maken. Het was voor mijn ouders veel eenvoudiger geweest als ik in de buurt was gaan voetballen, maar het werd Chelsea. Dat was zeker een uur rijden. Waarom? Ik kies nu eenmaal altijd de moeilijke weg. Chelsea had de grootste én beste jeugdopleiding van het land.’
‘In de zomer, als we vakantie hadden, stond ik met mijn vader op het veld. Waren we vier of vijf keer per week een-op-een aan het trainen. We werkten aan mijn techniek en mijn bewegingen. Ik was vrij klein voor mijn leeftijd en werd nogal snel omvergebeukt door de grotere jongens. Ik moest dus leren reageren. Weten waar de bal was, de tegenstander én mijn medespeler. De truc is om in je hoofd al te weten wat er gaat gebeuren voordat je de bal krijgt. Tussen de linies bewegen. Daar heb ik jarenlang elke dag op getraind. Ik moest ook wel: waar de tegenstanders steeds een kopje groter werden, bleef ik een klein mannetje.’
Dat laatste is een understatement. Bij Chelsea zagen ze al snel dat Mount een uitzonderlijk talent was en dus lieten ze hem steeds vaker een elftal overslaan. Zo debuteerde hij al op veertienjarige leeftijd in Chelsea Onder-18. Ondanks zijn geringe postuur bleef hij moeiteloos op de been. Toch duurde het even alvorens de middenvelder zelf door had hoe bijzonder dat eigenlijk was. ‘Het besef kwam eigenlijk pas toen ik mijn eerste contract tekende. De andere jongens van mijn lichting tekenden voor twee seizoenen, ik voor vier. Nee, ik ben me er niet anders door gaan gedragen. Ik heb een hele goede opvoeding gehad. Van mijn ouders, die ook nu nog bijna elke wedstrijd komen kijken, en van het gastgezin. Op veertienjarige leeftijd trok ik in bij een man, een vrouw en hun hondje. Mijn leven bestond uit school, trainen, school en trainen. Ik ging niet naar feestjes, deed geen gekke dingen. Ik moest de volgende dag weer voetballen. Ik hield me vast aan de woorden van mijn ouders. “Je hebt talent, maar met alleen talent red je het niet. Bij elke training moet je denken dat het je laatste is. De mensen zullen je elke dag beoordelen. Alleen de allerbeste blijft uiteindelijk over”, zeiden zij.’
Ideale leerschool
Wat opvalt is dat Mount de laatste veertien jaar praktisch altijd tegenover grotere en oudere spelers heeft gestaan. Hij grinnikt. ‘Ik zei toch dat ik nooit de makkelijkste weg kies? Ik weet niet beter.’ Hij vond het dan ook geen probleem dat Chelsea anderhalf jaar geleden al aankondigde hem na zijn achttienjarige verjaardag te willen verhuren. In de academie zou hij weinig leren. Mount liet niks aan het lot over en pakte direct zijn koffers. ‘Mijn gastgezin, met wie ik nog bijna wekelijks contact heb, ging verhuizen’, legt de middenvelder uit. ‘Ik had naar een nieuw gastgezin kunnen gaan maar ik wist dat ik het jaar daarop verhuurd zou worden. Misschien wel aan een club in het buitenland… Ik heb de clubleiding gevraagd of ik op mezelf mocht gaan wonen. Niet om te feesten, maar om volwassen te worden. Ik kon bijvoorbeeld niet koken. Nu is het makkelijk om ergens wat eten te halen, maar dat is vaak rotzooi. Wij als voetballers moeten rijst, pasta en noten eten. En dus ging ik in de keuken staan. In het afgelopen jaar heb ik veel geleerd. Het enige wat ik niet zelf deed was de was. Gelukkig kwam mijn moeder zo nu en dan op bezoek’
Na een leerzaam jaar op kamers kon Mount naar Fulham. Hij had teamgenoot kunnen worden van Piazon, maar koos voor een overstap naar Vitesse. Wij Nederlanders mogen dan balen van het Eredivisie-niveau, voor een speler als Mount is dit een ideale leerschool. Het voetbal is sneller en harder dan in de Britse jeugd, maar met zijn talent kan hij het prima behappen. ‘De Eredivisie is een prima competitie. Niet zo negatief’, begint de middenvelder. ‘Bijkomend voordeel was dat Vitesse Europees speelde. Die ervaringen doe je niet op in het Championship. Ik ben achttien jaar en heb in het Olympisch Stadion van Rome gespeeld. Hoe bijzonder is dat? Bovendien is het goed om elke dag met ervaren spelers op een trainingsveld te staan. Ik merk dat ik dagelijks sterker en slimmer word.’
Zijn talent mag volgens onze Britse collega’s dan buiten kijf staan, toch duurde het even voordat het Nederlandse publiek kennismaakte met het nieuwste Chelsea-talent. De Brit miste door het jeugd-EK een deel van de voorbereiding en moest zich vervolgens in het elftal zien te knokken. Volgens Henk Fraser was Mount in zijn eerste weken niet de gezelligste in de groep. ‘Mason was overduidelijk niet blij met de situatie’, vertelde de trainer na het duel met FC Utrecht. ‘Hij is wekenlang boos op me geweest. Hij keek me niet eens aan. Tegelijkertijd trainde hij waanzinnig hard. Het is mooi om te zien dat zo’n jongen zo enorm gretig is.’ Op zijn beurt lacht Mount het voorbeeld weg. Hij vertelt twee persoonlijkheden te hebben. ‘Buiten het veld ben ik een rustige jongen, vrolijk. Eenmaal op het veld geef ik alles. Of ik boos was op de trainer? Ach, ik wilde gewoon antwoorden met mijn voeten. Als ik iets in mijn hoofd heb, dan moet het gewoon gebeuren.’
Tafeltennisballen
Toen Fraser onlangs gevraagd werd naar het talent van Mount, klapte de trainer even dicht. Het liefst zou hij zeggen dat de middenvelder alles heeft om de absolute top te bereiken, maar tegelijkertijd zou dat de druk alleen maar onnodig opvoeren. Hij noemde de tiener vervolgens ‘een pareltje’. Wat direct opvalt, is zijn gevoel voor ruimte. Mount heeft een timmermansoog, positioneert zich vaak in de rug van diens tegenstander en weet zijn opponent telkens te verrassen. Bovendien is hij bijzonder lichtvoetig én tweebenig. Mount is haast on-Engels. ‘Misschien heb ik wat Spaanse invloeden, maar ik ben een echte Brit’, zegt de middenvelder stellig. ‘Veel fans denken dat de gemiddelde Engelse voetballer vooral slidings maakt of hard kan rennen. Dat is allang niet meer zo. We hebben ons door de jaren heen behoorlijk ontwikkeld. Engelse teams winnen de laatste jaren veel jeugdtoernooien en ik ben zeker niet de enige die is gekozen tot Speler van het Toernooi. Het is allemaal geen toeval, het Engelse voetbal zit duidelijk in de lift. Er wordt ingezet op techniek en inzicht. De komende jaren moet dat gaan blijken op grote eindtoernooien.’
Gevraagd naar waar zijn eigen talent vandaan komt, wijst Mount allereerst naar zijn voetbalgekke vader. Vervolgens komt hij met een twee jaar oud verhaal op de proppen. ‘Ik was zestien en raakte op de eerste training van het seizoen geblesseerd aan mijn been. Ik kon lange tijd niet trainen, maar wilde wel fit blijven. Een trainer vertelde dat we een machine hadden die tafeltennisballetjes afvuurde. Je kent het misschien wel van de tennisbaan. Om de paar seconden werd zo’n balletje op me afgeschoten. Ik ging op een stoel zitten, op zo’n vijf tot tien meter van het apparaat, en de opdracht was: vang alleen de blauwe balletjes. Of: pak de rode balletjes met je linkerhand. Dat heb ik uren en uren gedaan. Het enige doel was om mijn hersenen actief te houden. Voetbal speel je met je benen, maar net zo goed met je hoofd. De truc is net iets sneller te denken dan je tegenstander.’
Dat mag Mount het komende half jaar blijven bewijzen in de Eredivisie. Hij heeft een huurcontract voor één seizoen getekend en weet nog niet of hij volgend jaar ook nog in Arnhem actief is. Mount is er naar eigen zeggen ook helemaal niet mee bezig. Hij wil nu eerst basisspeler blijven en beslissend worden met nog meer doelpunten en assists. ‘Dat hoort bij de positie van aanvallende middenvelder. Ik word ook afgerekend op mijn statistieken’, weet hij.
Zijn toekomst staat in de sterren geschreven. Piazon wist in 2013 al precies waar hij vijf jaar later wilde staan. Hoe zit dat met Mount? ‘In 2022 wordt het WK toch in Qatar gehouden?’, zegt hij vragend. ‘In Engeland is er het project Twenty-Twentytwo. We willen dat jaar koste wat het kost wereldkampioen worden. Het is mijn droom de Engelse nationale ploeg te halen. Ik ben dan 23 jaar en heb hopelijk de juiste vervolgstappen gezet. In een ideale wereld word ik dan wereldkampioen met Engeland.’
‘Ik zie kunstgras als een uitdaging’
Mason Mount paste zich naar eigen zeggen snel aan in Nederland. Hij rijdt schadevrij aan de rechterkant van de weg en doet zijn boodschappen bij de Jumbo. Waarover hij zich het meest verbaasde, was het grote aantal kunstgrasvelden. Waar in Nederland de anti-kunstgraslobby steeds groter lijkt te worden, vindt Mount het geen probleem. ‘Bij Chelsea hebben we geweldige faciliteiten. De velden zijn fantastisch. Dat merkte je pas als je uitwedstrijden speelde tegen kleinere clubs. Ik herinner me jeugdwedstrijden tegen Bristol City. Het veld was slecht, net zoals de kleedkamers dat waren. De eerste keer verloren we. Zij deden alles wat wij niet leuk vonden: ze beukten, duwden en speelden de lange bal. Een jaar later kwamen we daar terug. We zeiden tegen elkaar: We weten wat we kunnen verwachten. Het is nu aan ons om met een antwoord te komen. We wonnen ruim. Nederlandse clubs die op kunstgras spelen, trainen er dagelijks op. Dat is een voordeel. Tegelijkertijd spelen wij in een seizoen zó vaak op die ondergrond, dat wij ons moeten kunnen wapenen. Ik zie het als een uitdaging.’
Korting in Disneyland
Het is nogal wat om als achttienjarige alleen naar het buitenland te gaan. Toch was het voor de familie Mount de normaalste zaak van de wereld. De middenvelder blijkt uit een reislustig gezin te komen. ‘Ik ben de jongste van vier. Een van mijn zussen ging reizen en kwam in Australië terecht. Ze werd verliefd op het land en is daar gebleven. Mijn broer heeft lange tijd in Frankrijk bij Disneyland gewerkt en zit nu in China. Daar is onlangs een nieuw park geopend. Voor mij is het geen straf. Een paar jaar terug heb ik Kerst gevierd in Sydney en tegenwoordig krijg ik korting als ik naar Disneyland wil.’
Zijn andere zus is kapster en woont wel gewoon in Engeland. Deze winter staat er iets bijzonders te gebeuren. ‘Voor het eerst in jaren komt de hele familie naar Portsmouth om Kerst te vieren. Dat is bij ons gezin echt een unicum. Ik ben onlangs voor het eerst oom geworden en kan niet wachten om weer met de familie samen te zijn.’