Mike Havenaar: ‘Ik moet elke week spelen’
Door de afwezigheid van Gaël Kakuta stond je afgelopen zaterdag tegen Heracles Almelo (5-3 zege) opnieuw in de basis. Het was pas je achtste basisplaats van dit seizoen.
‘Het valt inderdaad niet mee. Toch mag ik na de winterstop niet klagen. Ik heb in 2013 aardig wat minuten gemaakt en al twee keer gescoord. Het gaat vooral goed als ik in het centrum speel, net als afgelopen zaterdag tegen Heracles. Dat voelt veel natuurlijker dan de linkerkant waar ik de vorige week speelde. Hoe dan ook, ik krijg nu in elk geval mijn speelminuten. Hopelijk kan ik de trainer en alle andere mensen overtuigen dat ik een basisplaats verdien.’
Je merkt het zelf al op: je speelt dit seizoen veelal als linksbuiten. Je oogt op die positie doodongelukkig.
‘Natuurlijk zie ik mezelf als een centrumspits. Alleen vindt de trainer dat ik ook op andere posities kan spelen. En wat kan ik dan doen behalve mijn best? Ik ben niet gelukkig aan de linkerkant en vind het ook een heel moeilijke positie. In Japan heb ik daar ook weleens gespeeld, maar toen was ik een jaar of 21. Na een paar wedstrijden besloot de trainer me snel weer in de spits te zetten. Ik ben geen man die een back uitspeelt en een voorzet geeft. Ik trek ook altijd naar het centrum. Ik heb veel met de trainer gesproken, maar die kan er ook niet veel meer van maken. Speelminuten zijn heilig.’
Na ruim een jaar heb je 37 competitieduels gespeeld, voornamelijk als invaller. Valt jou dat ook tegen?
‘Ja, want ik had ook op meer gerekend. Helemaal in het begin had ik tijd nodig om me aan te passen. Een ander land, een andere manier van voetballen. Wel had ik op meer speelminuten gerekend. Ik ben niet naar Nederland gekomen om op de bank te zitten Ik heb dan ook echt wel moeilijke periodes gehad. Mijn doel was om elke week in de basis te staan en een betere speler te worden. Dat was de reden waarom ik naar Nederland kwam.’
En is dat gelukt?
‘Ik word wel beter maar het gaat niet snel genoeg. Ik heb nog niet het niveau bereikt dat ik voor ogen had. Of dat nog komt? Dat is een goede vraag. Ik praat veel met de trainer. Ik ben sterker geworden, beter met de bal. Alleen wordt een spits afgerekend op doelpunten. Ik krijg veel advies, we kijken veel beelden terug. Vooral René Eijkelkamp (spitsentrainer red.) neemt veel tijd voor me. Hij wil me echt beter maken.’
Toch boks jij sinds je komst op tegen Wilfried Bony. De Ivoriaan praat al maanden over een transfer. Hoop je dat hij nog op het laatste moment naar Rusland vertrekt?
‘Wat moet ik daarop zeggen? Als hij gaat zal ik waarschijnlijk meer spelen. Wilfried is op dit moment niet te stoppen in Nederland. Die concurrentiestrijd is zwaar. Het is duidelijk dat mijn kansen toenemen als hij vertrekt. Misschien dat hij nog wel gaat. Als de goede prijs wordt betaald.’
En dus is het weer onrustig binnen Vitesse, Ging het niet over Bony, dan wel over de situatie rondom Fred Rutten. Hoe heb jij die periode ervaren?
‘Voor mij was het compleet nieuw. Zoiets heb ik in Japan nog nooit meegemaakt. Er is weleens een trainer ontslagen, maar een trainer die niet in de bus stapte? Het was een heel nieuwe ervaring. Hoe ik daarop reageerde? Ik dacht: Oh, zo werkt dat blijkbaar in Europa. De andere jongens in de selectie bleven rustig, dus heb ik dat ook maar gedaan. De focus lag meteen weer op de volgende wedstrijd. Vitesse is blijkbaar een onrustige club. Dat went na een tijdje wel.’ Dat kwam ook door de resultaten.
Nu het beter gaat, lijken alle interne problemen te verdwijnen. Sterker nog, jullie doen opeens mee voor de prijzen. Wat is dit seizoen nog mogelijk?
‘Wij hopen dat de teams boven ons punten blijven verspelen. Ondertussen moeten we onze eigen wedstrijden blijven winnen. Het klinkt misschien vreemd, maar wij moeten zorgen dat we weer in de flow komen die we in het begin van het seizoen hadden. In die periode leken we onverslaanbaar. We wonnen veel, vooral van de grote clubs. Waar we eindigen? De vijfde plaats is een prima uitgangspunt, maar wij als team geloven dat er nog meer in zit. Op de dag dat we verloren bij VW hadden we de koppositie kunnen pakken.’
Dat was een streep door de rekening. Waar ging het destijds fout?
‘We hadden te veel zelfvertrouwen. Nadat je van alle grote teams hebt gewonnen, sluipt er toch wat arrogantie in het team. Tegen VW had iedereen zoiets van: dat doen we even. We vergaten hard te werken. Dat gevoel komt nu weer terug. We willen in de Europa League spelen en het liefst de play-offs ontlopen. Daar ligt nu de focus.’
Stel dat Vitesse de Europa League haalt, moeten ze dan ook Mike Havenaar inschrijven? Je gaat toch niet nog een jaar op de bank zitten?
‘Natuurlijk heb ik die reservebank nu wel gezien, maar ik heb nog geen idee wat ik ga doen. Er zal aan het einde van het seizoen vast wel weer het nodige gebeuren bij Vitesse. Spelers die weggaan, jongens die komen. Ik wacht af wat er komt. Ik heb meerdere opties om mijn carrière ergens anders voort te zetten, maar ik wil eerst wachten wat er gebeurt. Ik hou goed contact met mijn zaakwaarnemer. Ik ben geen achttien meer, ik moet elke week spelen.’
Volgend jaar is er ook een WK in Brazilië. Begrijpen ze in Japan eigenlijk dat hun absolute ster nauwelijks speelt?
‘Het WK staat voor de deur. Ik moet me laten zien. De bondscoach wil natuurlijk dat iedereen speelt. Ik heb ook geregeld contact met hem. Elk jongetje droomt van een WK of een Champions League. Dat is voor mij niet anders. Dat is een droom. Ik ben er dichtbij, maar wij zijn er nog niet. Bovendien moeten we nog meer dan een jaar wachten. Misschien dat er wel een andere ster opstaat in Japan. En dat er veel Japanse spelers op de bank of op de tribune zitten, daar zijn de fans en de media wel een beetje aan gewend. Als ik een doelpunt maak of een assist geef, dan staat dat de volgende dag groot in de kranten en zien de mensen het op televisie. Het blijft immers bijzonder wanneer een Japanner scoort in Europa. Toch zien ze mij het liefst wekelijks spelen en daar kan ik ze geen ongelijk in geven. Laat 2013 maar mijn jaar worden.’