Lasse Nilsson wil contract niet zomaar kwijt
Albert Ferrer wilde ook gisteren nog niet de namen bekend maken van de voetballers die van hem tijdens de komende transferperiode weg mogen bij Vitesse. Maar de Spaanse hoofdtrainer gaf voor het eerst wel een duidelijke indicatie: „ Jullie zien ook telkens de lijst met achttien namen voor een wedstrijd”, zei Ferrer tijdens het wekelijkse persuurtje. „Dan weet je dus wie ik nodig heb.”
En beter gezegd: het maakt ook duidelijk wie de trainer niet nodig denkt te hebben. Spelers als Nacer Barazite, Civard Sprockel en Jeroen Drost hebben hun conclusie al getrokken. Zij worden niet of nauwelijks ingezet door Ferrer en gaan ervan uit dat ze na de winter elders zullen voetballen.
Dat geldt niet voor Nilsson, hoewel ook hij de wedstrijden van Vitesse tegenwoordig het vaakst vanaf de tribune bekijkt. Of hij verwacht ook na de winterstop te voetballen bij Vitesse? Nilsson: „Dat is een moeilijke vraag. Ik verwacht niets. Ik sta nog anderhalf jaar onder contract bij Vitesse. Dat is voor mij de enige zekerheid.”
Nilsson behoort tot de grootverdieners bij Vitesse en is uiteraard niet van plan zijn lucratieve verbintenis zomaar van de hand te doen.
„Ik ga niet weg om weg te gaan”, zegt de Zweed, die in de winter van 2009 naar Vitesse kwam en sindsdien 56 competitiewedstrijden ( 13 treffers) afwerkte voor de Arnhemse hoofdmacht. „ Als de club zegt dat het me niet wil houden, dan moet het met een oplossing komen. Het ligt niet op mijn tafel.”
Vanuit Frankrijk, waar hij al speelde bij Saint-Etienne, is er belangstelling voor Nilsson. „Ik heb dat ook gehoord, maar verder valt er bijna niets over te zeggen”, geeft de blondgelokte speler aan. „Frankrijk is niet de eerste optie voor mij en mijn gezin. We blijven liever in Nederland.” „Ik ben gehaald door Vitesse om 4-4-2 te spelen”, aldus Nilsson. „ Dat is eigenlijk nooit gebeurd. En dat zal onder deze trainer ook niet gebeuren, maar ik speel daar waar de trainer me neerzet. Ik train gewoon door en zie wel of ik een kans krijg. Het is niet zo dat ik na een paar weken al ga roepen dat ik wegmoet.”