12 september 2012 In de media

Piet Velthuizen: ‘Ik kan niet tegen liegende mensen’

Piet Velthuizen ging jarenlang door het leven als de sprinkhaan van Arnhem. Met zijn 26ste verjaardag in aantocht begint hij aan een nieuwe fase in zijn carrière.
De doelman heeft zijn jeugdzondes achter zich gelaten en wordt langzaam volwassen in de egoïstische voetbalwereld. Over geloof en politiek, Arnhemse boefjes en de kampioenskriebels van Vitesse. ‘Ik ben Piet en Piet is puur.’

Ga je nog stemmen?
‘Ja, ik het denk wel.’

Op welke partij’?
‘Ik heb eigenlijk nog geen idee. Ik stem in elk geval niet op een partij die de belastingen nog hoger wil maken, haha.’

Dan blijven er weinig partijen over. Welke andere onderwerpen zijn doorslaggevend bij jouw keuze?
‘Ik vind bijna alles belangrijk. Zo moet iedereen goede zorg krijgen. En onderwijs natuurlijk. Ikzelf heb een geweldige jeugd gehad en dat gun ik alle kinderen van Nederland. Het is belangrijk dat kinderen op school genoeg kunnen sporten. Daar moet de politiek voldoende geld voor vrijmaken. Weet je, het is pas de eerste keer dat ik ga stemmen. Ik zal me er nog snel in moeten verdiepen. Het is niet dat er in de kleedkamer van Vitesse dagelijks over wordt gesproken. Wij hebben het toch liever over voetbal.’

Daar is alle reden toe. Vitesse staat na vier speelronden op de tweede plaats en jij bent met twee tegendoelpunten de minst gepasseerde doelman van de Eredivisie.
‘Ik ben heel tevreden met onze seizoenstart. Ja, er zijn nog dertig wedstrijden te spelen en het kan nog veel beter. Toch zijn de resultaten tot nu toe goed. Vergeet niet dat we van ver komen. Een nieuwe trainer, nieuwe spelers en veel druk van buitenaf. Ikzelf mag ook niet klagen. Vorig jaar heb ik vijftien keer de nul gehouden. Ik weet dat het record op naam van Edwin van der Sar staat. Die hield in 1996 zeventien keer zijn doel schoon. Dat zijn heel mooie statistieken.’

Dus jouw doel is dit jaar zeventien keer de nul te houden?
‘Ik heb doelen, maar die ga ik hier niet verklappen. Toch is dat record van Van der Sar zeker iets waarop ik me wil richten. Vorig jaar heb ik volgens mij het vaakst geen tegentreffer in de Eredivisie gehad. Bij een subtopper is dat best aardig. Voor mij is de nul nu eenmaal heilig. Ik win liever met 1-0 dan met 4-2. Neem het thuisduel met Feyenoord. We wonnen in de laatste minuut met 1-0 en ik had in de tweede helft een paar lekkere reddingen. Dat is dan een perfect game. Daar kun je er nooit genoeg van hebben.’ Een persoonlijk doel is leuk, maar de club heeft een veel grotere missie.

Jullie moeten dit seizoen kampioen worden.
‘Dat heb ik ook gehoord, ja. Volgens mij heeft Maasbert Schouten (ex-eigenaar/voorzitter, red.) dat destijds geroepen. Ik denk dat we onszelf die druk niet mogen opleggen. Het is niet realistisch nu al over een titel te spreken. We zijn nog niet zo ver als Ajax, PSV en FC Twente. Maar je weet het natuurlijk nooit. Soms heb je ook een klein beetje geluk nodig.’

Maar het is dus wel mogelijk?
‘Alles kan in de voetballerij. Iedereen in deze club wil winnen. Dat is de mentaliteit van een kampioensploeg. We zijn wat dat betreft op de goede weg. We hebben in elk geval ons visitekaartje afgegeven. Vitesse is niet langer het lelijke eendje van de Eredivisie. We halen nu spelers met een bepaald verwachtingspatroon binnen en de faciliteiten zijn binnenkort perfect. Wilfried Bony wil graag naar het buitenland, maar de clubleiding houdt hem in Arnhem. Dat zegt alles over de ambities van Vitesse. Het heeft alleen even wat tijd nodig. Bij Manchester City en Chelsea is ook niet in twee jaar een kampioenselftal geformeerd. Dit is een heel mooi project, waar ik in geloof. Ik denk dat Vitesse met het aanstellen van Fred Rutten als trainer opnieuw een belangrijke stap heeft gezet richting de prijzen.’

Dat is opvallend. In een eerder interview in VI zei je nog: ‘Voor John van den Brom zou ik sterven op het veld.’ Hij is deze zomer vertrokken.
‘Dat klopt. Alleen werken wij in de voetballerij en dan weet je dat mensen opeens kunnen vertrekken. Ik zal heel eerlijk zijn: John was voor mij als een tweede vader. Ik vertelde hem dingen uit mijn privéleven die ik niet eens durfde te vertellen aan goede vrienden. Er was een bepaalde klik, wat ik niet eerder in de voetballerij heb meegemaakt. Dan is het natuurlijk even wennen als er een andere trainer binnenkomt. Toch was het gevoel bij Fred Rutten meteen goed. Hij is heel realistisch en weet precies hoe hij met mensen moet omgaan. Ik denk dat Vitesse echt een toptrainer in huis heeft gehaald.’

Het zijn lovende woorden. Toch heeft de overstap van John van den Brom naar Anderlecht jou pijn gedaan.
‘Natuurlijk is het lastig als je tweede vader vertrekt. John en ik hebben een unieke band. We konden over alles praten. Dat kwam ook doordat we dezelfde interesses hebben. Zaten we na een training urenlang over Koikarpers te praten. Ik denk dat zoiets vrij uniek is in de voetballerij. John is een heel warme man. We hebben nog geregeld contact en ik ben blij dat het goed met hem gaat bij Anderlecht. In de competitie kan het nog beter, maar hij heeft zich in elk geval geplaatst voor de Champions League. De Belgen hoeven zich geen zorgen te maken, John gaat ook daar slagen. Zijn grootste kwaliteit is dat hij spelers op het juiste moment weet te raken. John heeft het in Arnhem goed gedaan en ik denk echt dat hij de absolute top kan bereiken. Fred Rutten heeft daar al gewerkt. Van den Brom wilde nog weleens iets door de vingers zien, maar Rutten zit erbovenop. Dat hebben wij als team nodig.’

Dus Fred Rutten is als trainer verder dan John van den Brom?
‘Misschien wel. Rutten heeft al alles meegemaakt. Hij heeft iets wat mijn voorgaande trainers niet hadden. Rutten is altijd scherp en zal nooit verzaken. Ik zal een voorbeeld geven. Laatst zaten wij te eten en stond de trainer op om soep op te scheppen. In zijn ooghoeken zag hij dat iemand stiekem aan zijn telefoon zat. Rutten reageerde meteen. Geweldig vind ik dat. Want als je tijdens de lunch al niet gedisciplineerd bent, dan lukt je dat op het veld ook niet. Rutten ziet echt alles. Als de training wordt stilgelegd, is het niet de bedoeling dat iemand nog een bal wegschiet. Als de trainer dan vervolgens met zijn rug naar het veld staat en iemand geeft toch nog een tikje tegen een bal, weet hij precies wie het was. Dat voelt hij gewoon aan. Onze trainer loopt al veel te lang mee om hem nog in de maling te kunnen nemen.’

Maar dat is toch bloedirritant voor een spelersgroep?
‘Nee, want hij is geen politieagent. Hij is puur gefocust op het voetbal. Je hebt een bepaalde discipline nodig om topprestaties te leveren. Als wij meegaan in de visie van Fred Rutten, gaan we heel hoog eindigen. Ik geloof in zijn voetbalfilosofie. Bepaalde structuren die ik in het verleden nog weleens miste, zoals het gezamenlijk druk zetten, worden nu tot in de details besproken. Nu weet je precies wat je van elkaar mag verlangen en wat je aan elkaar . hebt. Ik weet ook dat het spel in de eerste vier wedstrijden niet altijd even goed was, maar geef deze trainer de tijd. Hij probeert hier wat neer te zetten.’

Toch zijn er mensen die op dit moment voor geen goud bij Vitesse zouden willen spelen. Begrijp je dat?
‘Nee, hoe bedoel je?’

Er gaat geen dag voorbij of er is wel weer een relletje. De clubleiding is zelfs trots op de geuzennaam FC Hollywood aan de Rijn.
‘Ik maak me niet zo druk om wat mensen buiten de club over Vitesse zeggen en de bijnamen die we krijgen. Daar wil ik me ook niet over uitlaten. Natuurlijk gebeurt er weleens wat, maar dat is niet storend voor de spelersgroep. De trainer heeft dat naar ons toe prima verwoord. Hij zei: "Luister, wij zijn alleen maar gefocust op het voetbal. Wij laten ons niet gek maken door de media’! Dus ook niet door de vraag die jij me nu stelt. Wij hebben een sportief doel en daar willen wij alles voor geven. Wat er verder allemaal gezegd en geschreven wordt, interesseert me eigenlijk niet. Wij moeten er in het weekend gewoon staan. Bovendien hou ik wel van een beetje opschudding. Heerlijk al die Arnhemse jongens in de selectie. Waar kom je dat nog tegen?’

In Arnhem?
‘Precies. Tegen Feyenoord stond er in de tweede helft een compleet Arnhems middenveld met Theo Janssen, Nicky Hofs en Marco van Ginkel. Tel mij daarbij op en je hebt vier jongens met een geel-zwart hart. Daar ben ik echt heel trots op. Moet je je voorstellen hoe dat voor het publiek is. Ik zeg je heel eerlijk, toen Theo terugkwam, was ik door het dolle heen. Die jongen hoort namelijk in Arnhem. Nicky ging naar Cyprus, maar kwam terug en ook ik had het na een jaar Spanje wel gezien. Dat zegt alles. Vitesse is ons thuis. Nu zijn we de drie Arnhemse boefjes die zo nu en dan een dolletje maken. Dat past bij ons én dat past bij de club. Op het trainingsveld is het bikkelen, daarbuiten is het heel gezellig. Dit is onze club en mijn tweede huis. Ik rij ’s ochtends net zo graag naar Papendal als naar een goede vriend.’

Toch ziet de buitenwereld dat heel anders. Vitesse heeft het imago van een keiharde club.
‘Dat beeld klopt niet. Dit is juist een heel warme club. Mensen zouden hier eens een dagje mee moeten lopen. Elke ochtend als ik de materiaalman tegenkom, geef ik hem een dikke knuffel. Die man heeft liefde voor zijn werk en hij vindt het leuk ons te zien. Dan staat hij achter de goal ballen te verzamelen en schreeuwt hij naar mij: "Hé, pak je nog wat?" Dat is Vitesse. Wat daar in de skyboxen gebeurt, doet er voor ons niet toe. Het gaat om de band die wij hebben met de mensen hier. Ik ken ze al bijna mijn hele leven. Ja, het is de laatste jaren veel professioneler geworden bij Vitesse. Vijf jaar geleden trainde ik hier op een knollenveld, nu krijgen we vijf verwarmde velden. Binnenkort ligt hier het mooiste trainingscomplex van Nederland. Er verandert veel rondom de club, maar de sfeer is al vijftien jaar hetzelfde.’

Ook met mensen als Merab Jordania bij de club?
‘Ook dat is een vooroordeel. Merab Jordania is een geschenk uit de hemel. Waar zouden we nu zijn zonder hem? Het is te gemakkelijk te zeggen dat Vitesse een speeltje is. Die man houdt enorm van voetbal. Na de wedstrijd tegen Feyenoord stond hij opeens bij ons in de kleedkamer. Hij zei: "Gefeliciteerd, jongens. Ik ben blij met jullie’! Iedereen mag zelf weten wat hij daarvan vindt, maar ik vind dat een heel mooi gebaar. Zo’n grote man die even naar zijn spelers toe komt… Daar heb ik respect voor. Mij gaf hij een heel dikke knuffel. In zijn beste Nederlands zei hij iets wat leek op dank je wel. Aan zijn gezicht zag ik dat hij oprecht blij was. Hij was gewoon trots op zijn jongens. Ik hoop dat Merab Jordania dit seizoen nog vaak de kleedkamer binnenkomt en me een knuffel geeft.’

Je bent tevreden én je hebt vorig jaar je contract met vier jaar verlengd. Is er een kans dat Piet Velthuizen de rest van zijn carrière bij Vitesse keept?
‘Ik zeg nooit nooit. Wel heb ik gezonde ambities als sporter en wil ik ook nog een keer naar het buitenland. Ik wil laten zien dat ik het wél waard ben. Mijn avontuur bij Hércules Alicante was een teleurstelling. Ik ging daar naartoe om een basisplaats te veroveren, maar heb vervolgens een jaar lang op de bank gezeten. Ik wil een nieuwe kans.’

Heb je spijt van die transfer?
‘Nee, ik heb nooit spijt. Ik ben alleen maar sterker geworden in die periode. Als keeper, maar ook als mens. Zat ik daar alleen in mijn appartementje… Niemand sprak een woord Nederlands of Engels en ik werd letterlijk aan mijn lot overgelaten. Ik móést wel voor mezelf opkomen. Natuurlijk was het allemaal shit. Ik speelde niet, ik kreeg geen geld en afspraken werden niet nagekomen. Alles was rot, maar ik heb er wel leren bikkelen. Voordat ik naar Spanje ging, was ik altijd eerste keeper. Opeens moest ik vechten voor mijn plek. Elke dag weer dat trainingsveld op en het mijn concurrenten zo moeilijk mogelijk maken. Het had uiteindelijk geen zin, want de trainer leek bijna verliefd op de eerste doelman. Toch heeft die periode me wel gemaakt tot de keeper die ik nu ben.’ En de volwassen man die nu tegenover ons zit. De clown van weleer praat tegenwoordig over politiek, persoonlijke tegenslagen en clubliefde. ‘Ik word ook een dagje ouder. Jarenlang werd ik gezien als een clown, een sprinkhaan onder de lat. Dat imago ben ik inmiddels wel kwijt. Kijk, als keeper ben ik alleen maar rustiger geworden. Ik hoefde ballen niet meer uit de kruising te duiken als ik ze ook gewoon kan pakken. Dat komt met de jaren. Als mens heb ik veel tegenslagen gekend. Vooral het overlijden van mijn vader heeft mijn ogen geopend. Op zo’n moment besef je pas hoe mooi het leven is en hoe dierbaar sommige mensen zijn. Daarvóór hield ik van knaakjes in mijn broekzak en mooie spullen. Nu kan ik oprecht genieten van mijn lieve vriendinnetje en alle mooie dingen om me heen. Ik ben een huismus en daar ben ik trots op. Ik probeer van elke dag te genieten.’

En dat maakt je nu ook meteen politiek geïnteresseerd?
‘We moeten het niet overdrijven. Eerst was ik alleen maar bezig met dingen in de voetballerij, nu besef ik dat mijn stem net dat extra zeteltje kan opleveren. Ik ben bijna 26 en probeer me daar ook naar te gedragen. Ik besef dat ik een luxeleven heb. Per dag sta ik twee of drie uurtjes op een trainingsveld en daarna ga ik weer naar huis. Andere mensen zitten van negen tot vijf op een kantoor en moeten bikkelen. Laatst was het dertig graden. Heb ik twee uur getraind en lag ik de rest van de middag in de tuin. En dan heb ik het nog niet eens over de financiële vergoeding en de reisjes die we mogen maken. Ik heb heel veel respect voor al die andere mensen en ik weet dat ik het heel erg goed heb. God ben ik enorm dankbaar dat ik dit leven mag leiden.’

Dat heb je te danken aan God?
‘Ja. Ik denk dat alles gebeurt met een reden. Blijkbaar vond God me goed genoeg om voetballer te zijn en dus heeft hij me een voetbalcarrière gegeven. Ik ben christelijk opgevoed en ga geregeld naar de kerk om een kaarsje aan te steken. Voor mezelf, maar zeker ook voor mijn vader. Nee, ik ken de Bijbel niet uit mijn hoofd, maar ik ben wel dankbaar voor alles wat ik heb gekregen.’

En dat geef je door aan de jeugd?
‘Dat hoort ook bij het proces. Ik praat veel met jonge spelers. Dat heeft niet eens met geloof te maken, maar wel met het talent dat ze hebben gekregen. Dat heb ik óók jarenlang niet gezien. Nu zijn mijn ogen geopend. Ik kan er niet tegen als mensen chagrijnig op een voetbalveld lopen. Dan zeg ik tegen ze: Luister, toen ik achttien jaar was, trainde ik wel drie keer per dag. Dat was óók niet goed, maar ik wilde nu eenmaal eerste keeper worden. Nog elke dag sta ik met plezier op het veld. Natuurlijk ben ik weleens moe, maar als ik op het veld sta, ben ik gelukkig. Dan gaan er twee ballen in en beginnen mijn teamgenoten tegen me te schelden. Dan vloek ik een keer en pak ik daarna alles wat op me afkomt. Heerlijk is dat.’

In tegenstelling tot veel voetballers lijk jij een open boek. Zo hebben we eerder kunnen lezen over je mislukte relatie en het overlijden van je vader. Geef je ook dat mee aan jongere teamgenoten?
‘Nee, dat moet iedereen zelf weten. Ieder mens is anders.’

Maar de voetbalwereld zit tegenwoordig vol met clichés. Je bent van een uitstervend ras.
‘Ik ben Piet en Piet is puur. Meer kan ik er niet van maken. Ik ga me niet mooier of anders voordoen. Wat andere mensen van me vinden, interesseert me ook niet. Als mensen me iets vragen, dan geef ik altijd eerlijk antwoord. In mijn leven heb ik nog nooit spijt gehad van een interview. Ik weet dat alles wat ik nu zeg later tegen me gebruikt kan worden. Op het veld hebben mensen ook weieens wat geroepen over mijn vader. Dat wil ik niet horen en dus sluit ik me ervoor af. Ik ben puur. Als vrienden een interview lezen, moeten ze Piet daarin herkennen. Ik kan niet tegen liegende mensen.’

Als je dan toch zo eerlijk bent: ben jij bezig aan het beste seizoen uit je carrière?
‘Tot nu toe, maar ik hoop dat mijn beste jaren nog komen. Ik ben een perfectionist. De lat leg ik elke week weer een stukje hoger. Dat is ook meteen mijn grootste valkuil. Soms ligt die lat te hoog, waardoor ik val. Het is niet eenvoudig een perfectionist te zijn. Laatst ben ik buiten tot twee uur ’s nachts bezig geweest om een kastje in elkaar te zetten. Dat lukte niet. Stond ik daar urenlang te pieren. Had ik het kastje eindelijk in elkaar, kwam er een zuchtje wind en lag het weer in zes stukken. Een normaal mens was allang gestopt, maar ik weigerde op te geven. Ik dacht echt dat het aan het kastje lag. Op de een of andere manier
kreeg ik ‘m niet stevig. Een dag later kwam de timmerman en hij zei: "Ja, je hebt de steunbalken er niet goed ingezet’! Met tien minuten was hij klaar.’

Dat heb je waarschijnlijk ook op het veld.
‘Ja, maar wel in mindere mate. Als ik twee lekkere reddingen heb verricht, kan ik echt genieten. Maar als ik dan even later een terugspeelbal over de zijlijn schiet of een andere bal niet klemvast pak, ben ik na afloop toch ontevreden. Dat is Piet Velthuizen in een notendop. Zo zal ik altijd blijven.’

Staat de perfectionist aan het eind van dit seizoen feestend op de Korenmarkt?
‘Laten we het hopen. Het kriebelt wel een beetje. Ik heb nu Europees voetbal gespeeld, dat smaakt naar meer. Voorronden zijn aardig, nu wil ik een wedstrijd of zes op dat niveau spelen. Vitesse moet eerst een stabiele subtopper worden en dan doorgroeien naar de absolute top. Dan komt dat feestje op de Korenmarkt vanzelf. Het is nu aan de spelersgroep om het waar te maken.’

‘Mijn kans in Oranje komt nog wel’
Op 5 maart 2009 debuteerde Piet Velthuizen in Oranje. In de rust van het oefenduel met Japan in Enschede (3-0) viel hij in voor Michel Vorm. Na een mislukt jaar bij Hércules Alicante raakte de Nijmegenaar zijn plaats kwijt. Ondanks de blessure van Tim Krul koos bondscoach Louis van Gaal deze week voor Jeroen Zoet van RKC Waalwijk als diens vervanger. Velthuizen hoopt nog altijd op een herkansing.

‘Ik heb er drie jaar bij gezeten en altijd mijn best gedaan. Op een gegeven moment heeft Vorm mijn plek overgenomen. Ik ben beter geworden, maar ik begrijp dat de trainer niet zomaar wisselt. Het Nederlands elftal is het allerhoogste podium ter wereld. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat het me niks doet. Alleen is het nu niet realistisch. Ik concentreer me volledig op Vitesse en probeer elke dag beter te worden. Mijn kans in Oranje komt nog wel, dat weet ik zeker. Ik wacht op dat moment en dan zal ik er staan.’

Voetbal International magazine week 37 / Foto’s SV

Hoofdsponsor: