Rasmussen: ‘AZ en PSV zijn nog niet van ons af’
Vitesse is bezig aan een van de beste seizoenen in de historie van de toch al 129-jarige club. Vanaf de eerste dag zocht de nieuwe technische leiding naar winnaars. De Deense reus Jacob Rasmussen (23) kwam uit de Serie A en gaat compromisloos voorop in de strijd. ‘Ik leef voor al die kleine veldslagen met spitsen.’
Met gebogen hoofden verlieten de spelers van Vitesse na de vorige competitieronde het veld. Het gelijkspel tegen Willem II (0-0) voelde als een nederlaag. Weg was het moment om verder uit te lopen op Feyenoord en dichter bij de tweede plaats te komen. Jacob Rasmussen was er wel even klaar mee en kwam als laatste uit de kleedkamer.
Hij had zich schor geschreeuwd, een kaart voor het team gepakt en er zat modder op zijn hele tenue. In de laatste tien minuten moest hij steeds harder gillen om zijn ploeggenoten in positie te houden. Als je niet kan winnen, dan zorg je dat je in ieder geval niet verliest. Internationale logica, die niet altijd aan Nederlandse teams is besteed. ‘Dit is volkomen shit’, mopperde Rasmussen. ‘Echt, we begonnen slecht, zij wonnen gewoon de duels. Of gewoon… Dat vind ik dus níét gewoon.’
We willen minimaal de derde plaats. We willen Europees voetbal, daarvoor ben ik gekomen
De Deen hield met die andere reus, Danilho Doekhi, ternauwernood de nul en zorgde daarmee dat Vitesse nog een punt overhield aan het duel met Willem II. ‘Maar we zijn voetballers en we willen Feyenoord onder ons houden. Die staan al vier punten weg, dat hadden er dus zes moeten zijn. Maar we willen niet naar beneden kijken, we willen altijd hoger en blijven aanvallen. We willen minimaal de derde plaats. We willen Europees voetbal, daarvoor ben ik gekomen. Er zijn nog zeven wedstrijden te spelen en 21 punten te halen. Dus ze zijn nog niet van ons af. Als AZ en PSV alle zeven wedstrijden winnen, dan is het: Gefeliciteerd. Anders krijgen ze met ons te maken. Maar ik baal nu even verschrikkelijk.’
STRIJDER
‘Weet je wanneer hij op zijn best is? Als het alles of niets is. Ik herinner me nog een van de eerste wedstrijden, uit tegen ADO Den Haag. Oussama Tannane kreeg rood, wij moesten met tien man verder. Ik heb Jacob nog nooit zo gelukkig gezien. ADO ging pompen en het was man-tegen-man. Nou, dan is hij in zijn element. Na afloop leek het wel of hij de Wereldcup had gewonnen. Ja, dat zijn mannen die je graag voor je hebt. Laatst tegen AZ ook, er was een scrimmage en hij ging er vol in. Ik dook ergens tussenin en kon niet eens zien of de bal erin was gegaan of niet. Ik hoorde iemand juichen en zag hem met gebalde vuist wegrennen. Had hij die bal nog net kunnen ruimen. Dat is Jacob. Zwakke punten? Wat is zwak? Hij heeft zich veel eigen gemaakt dit seizoen, vooral in het voetballende gedeelte. Laten we eerlijk zijn: hij is geen verfijnde speler. Jacob ging de duels in met enorme passie en heeft nu ook geleerd een voetballende voortzetting te zoeken.’
Remko Pasveer: ‘Jacob ging de duels in met enorme passie en heeft nu ook geleerd een voetballende voortzetting te zoeken’
Jacob Rasmussen is een van die mensen die juichen als er geen doelpunt valt. Als een schitterende actie van een aanvaller net niet in het doel eindigt. Een van die verdedigers die hun eigen wedstrijd spelen en de nul als hoogste doel hebben. Een zeldzaamheid in ons land, waarover de vorige Vitesse-trainer Leonid Slutsky zei dat al het geld wordt uitgegeven aan aanvallende spelers en daarna wordt gekeken of er nog wat over is voor verdedigers. Hij kon er wel om lachen, maar het was ook een kleine doch beleefde kanttekening bij onze voetbalcultuur. Verdedigen is namelijk een elementair onderdeel van de sport.
Met goede aanvallers win je wedstrijden, met goede verdedigers win je toernooien. Het is een gevleugeld gezegde in het land van de jonge Duitser Johannes Spors, die vorig jaar de sleutels van het technische beleid in handen kreeg bij Vitesse. Na een quick scan was al snel duidelijk dat er best wat meer over-mijn-lijk-spelers mochten komen. Geen frivole baltovenaars, maar winnaars. Intensiteit werd het toverwoord. Dus haalde hij iemand die hij al lange tijd in zijn boekje had staan. Een Deense reus die al bij Schalke 04 en Sankt Pauli had gespeeld, maar intussen via Rosenborg in de Serie A was beland bij Fiorentina, dat hem voor een slordige vijf miljoen bij Empoli had weggeplukt.
Alleen speelde hij daar niet. Kopen was geen optie, maar een huurconstructie bleek snel geregeld. Een seizoen Eredivisie was beter dan een jaar op de reservebank in de prachtige Italiaanse stad. Sindsdien is Rasmussen dus te zien in het grootste theater van Nederland. In een opmerkelijke defensie, aangezien trainer Thomas Letsch daar een van zijn spelverdelers posteerde. Riechedly Bazoer mag gaan en staan waar hij wil. Om het nog wat lastiger te maken voor het centrale duo, staan de twee backs bijna vóór de aftrap al op de helft van de tegenstander.
We hebben weer geleerd wat een beetje verslappen betekent
‘Riechedly is een artiest’, reageert Rasmussen. ‘Al kan ook hij verdedigen, hoor. Maar achter hem voeren wíj de veldslagen. Ja, misschien is dat in Nederland minder belangrijk dan mooie acties maken. In de Serie A is verdedigen een kunst. Ik zie dat ook zo. Ik hou van fysieke duels, ben sterk. Ha, ik ben trots als ik een duel win. Dat is ook een specialiteit. Ik leef voor die duels, al die kleine veldslagen met spitsen. Een wedstrijd win je niet met mooie acties alleen, je zal de bal moeten hebben en anders moet je ’m veroveren. Dat is de echte oorlog, waarin je wedstrijden wint.’
BETONNEN BUNKER
Gladiatoren willen ze in Italië zien. Echte mannen die winnen in de zwaarste stormen. De speelwijze van Vitesse vraagt daar ook om. Want je kunt niet drie van je vijf verdedigers naar het front sturen, zou je zeggen. Dus wel, want alleen Ajax kreeg dit seizoen minder doelpunten te verwerken dan Vitesse. Mede dankzij de twin towers Rasmussen en Doekhi die samen een betonnen bunker vormen in het kwetsbare achterland. Twee serieuze jongelingen, van wie Rasmussen vocaal altijd de regie heeft: ‘The big man en ik hebben een goede relatie. We houden allebei van verdedigen en vinden het heerlijk het leven voor de spitsen moeilijk te maken. Dat is ónze wedstrijd.’
Of hij los van de laatste wedstrijd tevreden is? ‘Over het team of over mijn eigen prestaties? Ach in dit geval maakt het niet uit. So far doen we echt een goede job. Mijn verwachtingen voor dit seizoen waren hoog, die van de club ook. We wilden Europees voetbal en gaan voor de beker. Dat doen we, dus nu mag je zeggen: Geef dit seizoen een 10 voor mij en Vitesse. Maar aan nu hebben we niets. We moeten door. Minstens derde worden en straks die ene finale. We hebben weer geleerd wat een beetje verslappen betekent.’
Ik ben echt gelukkig hier, dus het is wat mij betreft best een optie te blijven
Hij is pas 23, maar speelde al in vijf landen. En nu hoopt hij in Nederland historie te schrijven. Met de tweede beker in de geschiedenis van Vitesse of met de eerste tweede plaats in de annalen. ‘Ik heb veel clubs gekend. Ik vind het heerlijk al die culturen en clubs te zien en overal nieuwe mensen te ontmoeten. Waarom zou je die kansen niet grijpen? Maar bovenal ben ik serieus bezig met voetbal. Ik ben echt gelukkig hier, dus het is wat mij betreft best een optie te blijven. Ik heb er weleens over gepraat met Johannes Spors, maar de agenten en de mensen van de clubs zullen vast wel praten.’
Remko Pasveer: ‘Jakob is zo gepassioneerd als verdediger. Een winnaar, een leider.’
‘Klopt’, bevestigt Spors: ‘Er is veel contact, er is een optie voor nóg een jaar. Maar er zijn veel partijen bij betrokken. Of het er goed uitziet? Ja, sowieso omdat het voor alle partijen goed gaat, dus ik kan namens Vitesse zeggen dat we alles doen om hem hier te houden.’ Nederland is Rasmussen in elk geval niet tegengevallen. ‘Wat direct opvalt, is de vaardigheid. Julie hebben echt veel goede voetballers. Het technische level is erg hoog. Wáár je ook naartoe gaat, ze kunnen voetballen.’
De bekerfinale nadert met rasse schreden. Ook Rasmussen ziet de exhibitie-duels van Ajax, maar lacht erom. ‘Natuurlijk kunnen wij de beker winnen. Het mooie van bekerwedstrijden is dat je altijd kans hebt, die zijn anders dan die in de competitie. Echt alles kan gebeuren en pas op, we hebben tegen alle grote teams goed gespeeld. We wonnen van AZ, van Feyenoord, van PSV. Tegen Ajax waren we niet minder. Vitesse hoeft voor niemand bang te zijn. En ik ben sowieso al voor niemand bang. Laat ze maar bang van míj zijn.’
Bron: VI / Foto's: SV