16 mei 2012 In de media

Rivaliteit, rancune, feest en frustratie

Vitesse mag nog hopen op Europees voetbal. De Arnhemmers versloegen aartsrivaal NEC in een week waarin emoties het vaak wonnen van verstand. VI volgde de Gelderse voetbaloorlog op de voet en zag twee wedstrijden die bol stonden van spanning en spektakel.

Het is de tweede week van mei en Nijmegen verkeert in hogere sferen. Havana aan de Waal is een bijnaam rijker, nu De Telegraaf groot uitpakt met de Wietstad van Nederland. Je struikelt in de binnenstad inderdaad over drugstoeristen die, verdreven uit andere provincies sinds de invoering van de wietpas, hier nog zonder problemen hun gedroogde bladeren kunnen scoren. De inwoners zelf hebben wel wat anders aan hun hoofd. Zij zijn deze week high zonder hulpmiddelen. Tijdens een wonderlijke slotdag van de Eredivisie hupte NEC handig naar een plaats in de play-offs. Was dat al goed voor een tinteling in de Nijmeegse buiken, de aankomende tegenstander van Alex Pastoor en zijn volgelingen zorgde voor acute adrenalinestoten. Vitesse, de eeuwige rivaal. De gehate buur, de geliefde vijand. Een affiche dat trekt als een magneet. Een dag voor het eerste duel is het druk bij de Goffert. In de fanshop is geen NEC-sjaal meer te krijgen. Verderop staan mensen in de rij voor een kaartje. Vanachter zijn desk zegt een zwetende jongeman dat het nu nog wel meevalt. ‘Gisteren en eergisteren stonden de mensen hier tot ver op het parkeerterrein! zegt hij met glimmend voorhoofd.

Een burenruzie, zo wordt de Gelderse derby nog weleens omschreven. Dat is dan wel een burenruzie die behoorlijk uit de hand is gelopen. 250 agenten, een half dozijn politiepaarden en een peloton ME wordt aangerukt om de orde te bewaken. Ook zijn de bossen rondom De Goffert volgehangen met beveiligingscamera’s. De noodzaak van dit soort maatregelen bleek eerder nog tijdens het onderlinge competitieduel in Nijmegen, die eindigde in een veldslag. Aanhangers van NEC richtten hun woede na de 0-1 nederlaag op de politie. De score na die voetbalmiddag: zes gewonde agenten en een aantal manke paarden. En toch brak bij Jacco Swart geen paniek uit toen zijn club weer aan Vitesse werd gekoppeld voor de play-offs. Hij is algemeen directeur van NEC, maar deze week meer de bewindvoerder van een commandocentrum in oorlogstijd. ‘Gelukkig waren we op elk scenario voorbereid! vertelt hij als hij even uitblaast. ‘Zelfs op dit. Fantastisch dat we weer tegen elkaar spelen, dit is het mooiste affiche dat je kunt hebben.’ Maar ook het meest beladen affiche. ‘We hebben geleerd van de laatste editie hier. Overtreders zijn hard aangepakt, hebben stadionverboden, taakstraffen en geldboetes gekregen. Deze keer wordt niets aan het toeval overgelaten en als clubs proberen we het goede voorbeeld te geven. John van den Brom heeft nu besloten dat hij voortaan N.E.C. zegt in plaats van nek. Prima, dat is een signaal.’

Van een echte wapenwedloop lijkt geen sprake meer sinds Merab Jordania Vitesse van de verdrinkingsdood redde en aan een infuus met roebels en nieuwe ambitie legde. Twintig kilometer zuidelijker is het voor NEC watertrappelen geblazen. Zeker nu de gemeente Nijmegen niet wil meewerken aan uitbereiding van De Goffert. ‘We hebben al jaren de twaalfde begroting van Nederland. Maar de afstand tot de clubs boven ons is alleen maar groter geworden, terwijl de clubs onder ons steeds dichterbij komen! sombert Swart. ‘Je kunt hard vallen in de voetballerij, tien jaar geleden hadden we niet gedacht dat clubs als Willem II, Sparta of MW zouden staan waar ze nu staan. We moeten er zeker niet onze ogen voor sluiten dat zoiets ook hier kan gebeuren.’ Dan klaart zijn begrafenisgezicht ineens op. Want de toekomst mag ongewis zijn, voor nu houdt NEC zich nog dapper staande. ‘Vitesse werkte dit seizoen met een begroting van 25 miljoen, geloof ik, twee keer zo hoog als die van ons. Maar het verschil op de ranglijst was maar één plek en nu knokken we samen om Europees voetbal. Een fantastische prestatie. En we wonnen voor het eerst sinds jaren weer in Arnhem, je kunt je niet voorstellen wat dat betekende. Die spelers zijn als helden, als verlossers ontvangen. Het Nijmeegse publiek is kritisch, maar Leroy George hebben ze voor altijd in het hart gesloten. Dankzij één goaltje tegen Vitesse is hij voor eeuwig de Tovenaar van Arnhem. Die zege betekende zo veel meer dan drie punten.’

Sinds die dag, 22 januari 2012, kun je in alle hoeken en gaten van Nijmegen mensen zien ronddwalen met op hun borst die ene uitslag: 0-1. Overigens stonden diezelfde cijfers op 16 oktober 2011 óók op het scorebord, maar dan in De Goffert. Vitesse won er voor het eerst in veertien jaar. Beide clubs hebben er onderling dus al een memorabel seizoen opzitten. Deze week draait om de vraag: wie lacht het laatst? Op zoek naar een antwoord heeft Vitesse zich teruggetrokken in Hoenderloo. Daar instrueert trainer John van den Brom zijn spelers achter gesloten deuren. Het geeft aan dat de druk hoog is in Arnhem, hoger dan in Nijmegen. Wat wil je, met Europees voetbal als doel voor het seizoen en een Georgische eigenaar die ongeduldig met zijn vingers trommelt?

Geen gele schoenen
Een dag voor het eerste duel is de training van rood, gruun en swert vrij toegankelijk. Het is niet zo druk. Er staan ongeveer honderdvijftig fans langs de kant, blijkbaar hebben de meeste mensen in Nijmegen nog gewoon een baan. De opgetrommelde stewards hoeven niet in actie te komen. Ze grinniken rustig mee om de grappen van de supporters. Die voldoen allemaal aan twee criteria: ze zijn ordinair en ze gaan over Nicky Hofs of een van zijn vrouwelijke familieleden. Als de training erop zit, sjokken de supporters naar de spelers. ‘Winnen hè, morgen!! instrueert een man Bram Nuytinck. ‘Zeker!; zegt de verdediger. ‘Morgen winnen, hè!! zegt drie meter verderop een andere fan. ‘Doen wel knikt de jeugdinternational en hij botst daarbij bijna tegen een man met een petje. Die steekt zijn duim op en zegt: ‘Winnen!’ Nuytinck kent het enige juiste antwoord. ‘Komt goed!’

Tussen de spelers wandelt de trouwe assistent Ron de Groot. Hoewel 52 jaar, noemt hij zichzelf nog altijd Ronnie. Voor supporters is hij Bikkel, de bijnaam die hij als onverzettelijke middenvelder droeg, of Mister NEC. Als speler en trainer is hij al een leven lang aan NEC verbonden. Drie jaar geleden werd hij getroffen door een hartstilstand, na zijn herstel ging hij gewoon weer verder als assistent. Hem krijgen ze niet uit De Goffert verjaagd. Wat doet de zoveelste derby nog met hem? ‘Ik vind het prachtig, voor heel Nijmegen,’ zegt hij. ‘Mensen op straat spreken me er de hele tijd over aan, vragen of ik nog kaarten voor ze kan regelen en zo. Ia, dit is mooi.’ Volgens De Groot viel het vroeger, toen hij nog speler was, wel mee met die rivaliteit. ‘Het was wel een speciale wedstrijd, maar lang niet zo speciaal als nu. Tegenwoordig zijn supporters en media er veel meer mee bezig. Het is echt gaan leven in de tijd dat Karei Aalbers daar voorzitter werd en riep dat zij dé club van Gelderland moesten worden. Toen hij vertrok werd het even rustig, maar nu met Jordania is die beladenheid weer helemaal terug. Van Vitesse wil je gewoon extra graag winnen.’

De Groot werd geboren en getogen in Nijmegen en kreeg de boodschap met de paplepel ingegoten: er is maar één club en dat is NEC. Aan de andere kant van de brug hebben we niks te zoeken. Later gaf hij dezelfde woorden door aan zijn eigen kinderen. ‘Die hadden niet echt een keuze! lacht hij. ‘Bij mij thuis zul je ook de kleuren geelzwart niet snel tegenkomen. Er zijn weleens nieuwe spelers bij NEC die met een gele blouse komen aanzetten. Of met gele voetbalschoenen, van die modieuze. Buitenlanders maken die fout nog wel eens, zoals Zoltan Szélesi dit seizoen. Die waarschuw ik dan gauw voor ze ermee het veld oplopen. Ach, dat zijn van die kleine dingen waar je even op let. Net als dat we geen gele hesjes gebruiken op de training.’ In Arnhem vertoont hij zich zelden. ‘Alleen voor wedstrijden met NEC of als ik analyses moet maken. Anders nooit.’

Riddergevecht
Zelfde stadion, 28 uur later. Het eerste treffen tussen de club uit de stad van Keizer Karel tegen de club uit de stad van die andere Keizer Karel, Karel Aalbers. Welkom in de Bloedkuul, staat op een groot spandoek. De Vitesse-fans schreeuwen zich schor in hun glazen kooi. De spanning knettert door het stadion. Spelers verkrampen, ballen springen van voeten. NEC heeft de bal, Vitesse de kansen. Hofs, uitgerekend hij, maakt de 0-1. Met het hoofd nog wel. Hij legt een vingertje op zijn mond en provoceert zo de Nijmeegse aanhang, die hem daarna alleen maar harder gaat uitschelden en uitfluiten. Even later maakt Navarone Foor gelijk en trillen de tribunes. Na rust barst een noodweer los. Het veld wordt een zwembad, de wedstrijd een waterballet. Normaal voetbal is niet meer mogelijk. Het duel heeft alles: spanning, strijd, misverstanden, glijpartijen, opstootjes. En een clubje scheidsrechters dat volledig de weg kwijtraakt. NEC komt na een onderbreking van een kwartier wegens onweer eerst op achterstand, maar buigt die om met twee discutabele treffers. De eerste komt voort uit een onterecht gegeven strafschop, de beslissende eigen goal van Frank van der Struijk passeerde nooit de doellijn. NEC wordt gek van vreugde, Vitesse van woede. Zelfs de immer kalme assistent-trainer Stanley Menzo ontploft. Hij is net op tijd bij zinnen om Hofs te stoppen in zijn voornemen scheidsrechter Braamhaar levend te villen.

In de catacomben is het chaotisch en klam. Het ruikt naar regen, gras en zweet. Vitessenaren vloeken en tieren. ‘We hebben verloren van de scheidsrechters; briest Van den Brom, die meteen van zijn voornemen afstapt en NEC gewoon uitspreekt als het lichaamsdeel. Ook collega Pastoor is venijniger dan ooit. ‘Deze overwinning is gewoon terecht, voetbal is geen jurysport. En was het dat wel, dan was de score nog veel hoger uitgevallen.’ Van den Brom zit naast hem en krijgt ogen zo groot als golfballen. Pastoor raast verder. ‘Als die tweede wedstrijd morgen gespeeld kan worden, dan heel graag. De jongens zijn er klaar voor en ik ook.’ Verderop wordt Bram Nuytinck haast doodgeknuffeld. De rechtervoet van de verdediger is gezwollen en de nagel van zijn grote teen is pikzwart. Een antibioticakuur hield hem vanavond op de been. ‘Ik zei tegen onze fysio dat ik deze wedstrijd hoe dan ook moest meemaken. Dit is waar het allemaal om draait, mooier wordt het niet.’

De spelers van Vitesse, net gedoucht, komen voorbij. Hofs stopt en geeft Nuytinck een stevige handdruk. Patrick van Aanholt en Marco van Ginkel doen dat ook. ‘Zo hoort het! weet Nuytinck. De mooiste lach van de avond is die van Navarone Foor. Voor het eerst in de basis tijdens de Gelderse derby en dan scoren én winnen. ‘Hier had ik over gedroomd! glundert de middenvelder uit Opheusden. ‘En ik had het vooraf gezegd tegen mijn vrienden, die allemaal voor Vitesse zijn. Het was een krankzinnige wedstrijd. Een soort riddergevecht.’ Een paar minuten later vertrekt de spelersbus van Vitesse via een sluiproute. Buiten het stadion vieren de fans van NEC feest rondom een gedrogeerde straatmuzikant. Hij zingt over voetbal en het maken van mooie doelpunten. ‘Driedubbele salto achterover en dan in de kruising! Yeah!’ Het is zo vals als een kraai, maar daar maalt nu niemand om. De politie meldt dat vijf mensen zijn aangehouden. Dat heet ‘een rustige avond!

Idioot
Een dag later, op naar het Arnhemse kamp. Vitesse werkt een uitlooptraining af, gadegeslagen door nul toeschouwers. De sessie was vooraf dan ook niet aangekondigd. Er zijn alleen wat journalisten en clubmedewerkers die sigaretten roken en broodjes eten. Er wordt gemopperd op de NOS, die gisteravond te positief over NEC zou zijn geweest. De verslaggever van Omroep Gelderland kreeg uit de regio juist veel klachten van mensen die hem op de hand van Vitesse vonden. Over de scheidsrechters is iedereen het eens: die waren waardeloos. Ook Van den Brom is nog steeds boos op Braamhaar en co. En op collega Pastoor, vanwege zijn commentaar gisteravond. ‘Pff… wat een idioot! foetert Van den Brom terwijl hij een bidon fijnknijpt. Middenvelder Van Ginkel vindt dat Vitesse ‘genaaid’ is. Zijn boze teksten detoneren met zijn vriendelijke gezicht. ‘Dit is gewoon klote. Als wij geen Europees voetbal halen, dan is ons seizoen mislukt. Zo voelt het voor mij.’

Piet Velthuizen heeft wallen onder zijn ogen. De keeper is vannacht tot zeven uur opgebleven om de beelden nog eens terug te kijken. Hij keek de wedstrijd in zijn geheel, twee keer achter elkaar. Hij werd er niet vrolijk van. ‘Ik ben er ziek van en heel boos, wat een onrecht. En dan gaat die scheidsrechter ook nog doodleuk zeggen dat hij gelijk had, terwijl heel Nederland en de journalistiek en de camerawereld zagen dat hij fout was. Maar ik heb ook een fijn gevoel, omdat ik weet dat we zondag alweer een nieuwe pot spelen en dat we dan revanche zullen nemen. Het liefst was ik vannacht nog naar Gelredome gereden om daar dat tweede duel te spelen.’ Samen met Nicky Hofs is Velthuizen de speler van Vitesse bij wie de rivaliteit met NEC het diepst verankerd is. ‘Ik verlies nog liever van Ajax! probeert de doelman dat gevoel te omschrijven. Hij kreeg weer een hoop over zich heen gisteravond. ‘Mijn moeder heeft er weer een beroep bij, hoorde ik. Ze roepen maar. Die mensen hebben het IQ van een baksteen.’

De derby is voor Velthuizen extra pikant omdat hij Nijmegenaar is. Hij speelde nooit voor de club uit zijn geboortestad. ‘Leen Looijen (voormalig technisch directeur, red.) vond me niet goed genoeg voor NEC. Maar ik heb ook nooit iets met die club gehad. Ik ging al vroeg naar Vitesse en daar ligt nu mijn hart. Als ik één wedstrijd wil winnen is het die tegen NEC.’ Hij woont nog wel altijd in Nijmegen. Weken als deze zijn voor hem dus niet zo gemakkelijk. ‘Ik hoor het bijna niet meer, maar gisteren en vandaag begonnen wel weer wat mensen naar me te schreeuwen in de straat. Kindjes vooral. 3-2, Piet, 3-2! Ja, leuk. Maar zondag lach ik.’

In deze derbyweek worden de verschillen tussen beide kampen weer vet aangezet. Het poenerige vreemdelingenlegioen Vitesse versus volksclub NEC met de lokale helden. Maar vooralsnog trainen de Arnhemmers nog altijd rond een vervallen boerderij en bots je in De Goffert tegen genoeg stropdassen op. Dan de opstellingen van gisteravond: in de Nijmeegse basis stonden vier Nederlanders, onder wie de zelf opgeleide Nuytinck en Foor. Aan de overkant vijf Nederlanders, van wie vier uit de Arnhemse talentenfabriek. Goed, Vitesse is in handen van een Georgische zakenman. Maar had de routeplanner van Jordania hem toevallig een halte zuidelijker geleid dan was ook daar de loper voor hem uitgerold. In essentie zijn beide clubs niet eens zo verschillend. ‘Ze lijken zelfs heel erg op elkaar! vindt technisch directeur Ted van Leeuwen van Vitesse. ‘Dat is de ironie, laren geleden is onder-zoek gedaan naar de komst van een FC Gelderland en toen bleek ook: Vitesse en NEC passen naadloos op elkaar. Het verschil zit in nuances. De stad Arnhem is wat meer sophisticated, Nijmegen is meer van het werken. Dat zie je terug in de spelers en de speelstijl.’ Volgens Van Leeuwen waren de onderlinge wedstrijden vroeger ‘local derbies’. Niet meer, niet minder. ‘Zoiets als NAC- Willem II. Maar inmiddels is dit affiche zichzelf ontstegen. Het is een icoon in het Nederlandse voetbal geworden, dat blijkt alleen al uit de media-aandacht. Typerend ook hoe onze supporters reageerden toen we dit seizoen voor het eerst sinds tijden weer in Nijmegen wonnen. Dat was een ontlading, een afrekening met het verleden, vergelijkbaar met Hamburg 1988; verwijst Van Leeuwen met een serieus gezicht naar de EK-zege van Oranje op West-Duitsland. Hoe ziet hij de derby de komende jaren evolueren? Zal zijn Vitesse de buren niet ontstijgen dankzij de miljoenen van Merab? ‘Daar kan ik geen antwoord op geven. Ik kan alleen kijken naar de toekomst van Vitesse en veronderstellen dat wij grote stappen gaan maken. Maar wat hier kan, kan in Nijmegen ook. We hebben weieens voorgestaan, maar ook ver achter gelegen. Zoals in de tijd dat Marcel Boekhoorn flink investeerde in Nijmegen. Vitesse en NEC zullen waarschijnlijk altijd als planeten om elkaar heen blijven draaien.’

Sloophamer
Op zondag ontmoeten de planeten elkaar in Gelredome. Vanuit beide kampen is de stemming vooraf nog even opgepookt. Zelfs Jordania mengde zich in het gekrakeel door in De Telegraaf zijn afschuw over de beslissingen van Braamhaar uit te spreken. Iedereen is opgefokt en dus zijn de veiligheidsmaatregelen vandaag nog wat aangescherpt. Opvallend genoeg is het stadion van Vitesse lang niet uitverkocht. ‘Welkom in het móóóóiste stadion van Nederland! blèrt een speaker. Van den Brom drentelt nerveus rond. Hij verdient zijn geld gemakkelijk vandaag, want hij hield niet eens een wedstrijdbespreking. Volgens de trainer hoefden zijn spelers niet meer gemotiveerd te worden. Dat blijkt ook wel als het duel begint. Vitesse stormt, NEC houdt tegen. Dat gaat de Nijmegenaren goed af, tot Nuytinck aan de noodrem trekt. De linkspoot krijgt rood. En al snel na rust wordt ook Foor van het veld gestuurd. De jongeling verliest zichzelf, trapt oerstom een bal weg na een fluitsignaal en krijgt daarvoor zijn tweede gele kaart. Zo zijn de helden van donderdag nu de schlemielen. Vitesse heeft het nog knap moeilijk tegen negen man, maar heeft sloophamer Wilfried Bony in de gelederen om het verzet te breken. En Hofs, in wie NEC het beste naar boven lijkt te halen. Samen zorgen ze voor de 2-0 eindstand, die leidt tot grote vreugdetaferelen in het stadion. Maar ook tot een hoop overbodige onzin. Een paar spelers vieren de zege wat al te treiterend in de ogen van de uitsupporters, die daarop proberen uit hun hok te breken. Doelman Gabor Babos ziet het gebeuren, onderbreekt een interview en sust de meute. Het voorval maakt de leiding van NEC woest, omdat de clubs vooraf hadden afgesproken elkaar niet te provoceren en die afspraak vanmiddag is geschonden. Door het gejuich van de Arnhemmers, door het hooghouden van de bal door Guram Kashia in de slotfase, door het benadrukken van de tussenstand via meldingen op het scorebord. Het plan voor betere betrekkingen tussen de partijen gaat even de ijskast in. In de catacomben blaast Piet Velthuizen uit op een trapje. ‘Moet jij niet naar kleedkamer?; vraagt perschef Ester Bal. ‘Ja, zo.’ De keeper staart wezenloos voor zich uit. Even later komt Hofs vertellen hoe blij hij is. ‘Ik was vanochtend heel vroeg op, kon niet wachten om te beginnen; grijnst hij. ‘We wilden wat rechtzetten en dat is gelukt. En nu nog die play-offs winnen.’

In de gang naast hem hangen de spelers van NEC er als versufte vogeltjes bij. Uiteindelijk raapt aanvoerder Babos zich op om met de pers te praten. Hij doet dat waardig. ‘Ik ga hier niks over de scheidsrechter zeggen; stelt hij meteen, terwijl vanuit de kleedkamer van Vitesse extatische liederen klinken. ‘Bij mij overheerst het gevoel dat wij dit seizoen met opgeheven hoofd afsluiten. Wat wij sinds de winter hebben gepresteerd is gewoon goed.’ Ook zijn trainer laat zich niet verleiden tot negatieve uitspraken over arbiter of tegenstander. ‘Je moet nederig winnen en met opgeheven hoofd verliezen. Ik ben nu teleurgesteld, maar ook trots; concludeert Pastoor. Piet Velthuizen komt zich met ontbloot bovenlijf melden voor interviews. Maar dan schiet hem te binnen dat hij die net al heeft gedaan en hij draait zich weer om. Piet is een beetje in de war, maar het was dan ook een heftige week. Waarin Vitesse sterker bleek en terecht won. Voor NEC resteert één troost, zij het een schrale: in verliezen was het veruit de beste.

Voetbal International magazine week 20

Hoofdsponsor: