Succesteam van 1989 eert Theo
Volgens Thijssen (van 1988 tot en met 1991 bij Vitesse) had Bos een perfecte wedstrijdmentaliteit. „Hij was een winnaar, een vechtertje. Hij was niet groot, maar verloor zelden een persoonlijk duel. En koppen kon die ook, ondanks zijn gebrek aan lengte.”
Bos begon in de zomer van 1988 op de bank. Trainer Bert Jacobs gaf aanvankelijk de voorkeur aan Roberto Straal. Maar Bos knokte zich in de basis en kwam uiteindelijk nog tot 27 wedstrijden.
„Theo nam al snel mijn plek over. Ik verhuisde naar de rechtsbackpositie en speelde ook op het middenveld”, vertelt oud-ploeggenoot Roberto Straal (van 1987 tot 1994 bij Vitesse). Straal kijkt met veel plezier terug op het kampioensjaar. „Voor de meesten van ons was dat een cruciaal jaar. Ik brak door en zo waren er wel meer spelers die doorbraken.”
Martin Laamers is één van die spelers. Hij haalde zelfs het Nederlands elftal. Laamers groeide op in de Arnhemse volkswijk Geitenkamp, net als Theo Bos. „Dat schepte een band. Als kinderen voetbalden we samen op het schoolplein. Theo was iets ouder en daarom fysiek een stuk sterker. Maar ik wilde mij niet laten kennen.”
Later, bij Vitesse, vormde Laamers tijdens het kaarten een duo met Bos. „Tijdens de busreizen werd er geklaverjast. „Dan namen we het op tegen Frans Thijssen en Anne Evers. Wij wonnen bijna altijd.”
Thijssen beaamt dat. „Onlangs hebben we het klaverjassen weer opgepakt. Dan reed ik op maandag naar Elst, om met Theo te klaverjassen. Dan was het gezellig, ook al was Theo toen al erg ziek.”
Bij Straal kwam het overlijden van Bos ‘keihard’ aan. „Je weet dat hij erg ziek is, maar dan nog. Het moment dat je hoort dat een vriend is overleden, is altijd een schok. Ik heb mijn vader twee jaar geleden aan kanker verloren. Het is een vreselijke ziekte.”
Wat rest zijn herinneringen. En dat zijn er veel. Want met Theo Bos ging je graag op stap, zo vertelt Thijssen. „Theo was een persoonlijkheid in en buiten het veld.”
Laamers: „Als speler wist je al dat Theo later een trainer zou worden. Organisatorisch had hij de zaken altijd goed voor elkaar. En hij had charisma. Maar je kon ook met hem dollen. Als we tijdens de wedstrijd onder druk kwamen, dan wilde ik nog wel eens een weddenschapje met hem aangaan. ‘We houden dit niet vol’, zei Theo dan. En dan zei ik: ‘Wedden van wel?’ Zo hielden we elkaar scherp.”
Zoals bij elke selectie kan niet iedereen spelen. Patrick Baltus was in het kampioensjaar, zoals hij zelf zegt, de twaalfde man. Hij kwam achtmaal in actie. „Ik herinner mij van dat jaar vooral de wedstrijd dat we kampioen werden. Toen werd ik door een fan hardhandig beroofd van mijn shirt, ik stikte zowat.”
Volgens Baltus heeft Bos het maximale rendement gehaald uit zijn voetbalcarrière. „Op karakter kan je veel bereiken.”