17 oktober 2020 In de media

Tannane: ‘Lekker zwabberen, daar houden keepers niet van’

43 keer is er dit seizoen uit een vrije trap op doel geschoten. Slechts een keer was het raak. Doelpuntenmaker: Oussama Tannane van Vitesse.

In de voorbereiding schoot hij ook al drie keer raak. De vraag is dus snel gesteld: Tannane, hoe neem je een vrije trap? Bart Vlietstra16 oktober 2020, 18:40Met een verwoestende vrije trap katapulteerde Oussama Tannane zichzelf en zijn club Vitesse naar een ijzersterke seizoenstart. Het was op zaterdag 19 september om 19.12 uur tegen Sparta toen de 26-jarige middenvelder op 30 meter van het doel zijn linkerwreef, met een vleugje buitenkant voet, tegen de bal plaatste die daarna zwanger van effect in de kruising vloog.

Opvallend: het is na vier speelrondes de enige rake vrije trap van de in totaal 43 (!) pogingen en past in de neerwaartse lijn die vorig seizoen is ingezet (zie kader). Tannane vermoedt dat het toeval is. ‘In sommige seizoenen heb je net wat meer specialisten. Lasse Schöne, die nu in Italië speelt, was er zo eentje.’

Hij vindt het ‘leuk en bijzonder’ dat hij vooralsnog de enige is die scoorde uit een op doel geschoten vrije trap, maar is vooral blij met wat het concreet opleverde. ‘We zaten een beetje vast tegen Sparta, kregen na dat doelpunt meer ruimte en durf. De weken daarna ging het ook lekker.’

De waarde van een rake vrije trap is enorm, omdat ploegen zich achterin steeds beter organiseren en verdedigers almaar atletischer worden. Daardoor is er vaak geen doorkomen aan.

Vrije trap-les

Tijd voor vrije-traples van Tannane die er in de voorbereiding ook al drie inschoot. Hoe trapt de in Tétouan, Marokko, geboren en in Amsterdam opgegroeide middenvelder? Dat hangt vooral van de afstand naar het doel af.

Tannane: ‘Op minder dan 20 meter gebruik ik vooral mijn binnenkant voet. Het doel is dichterbij, maar het muurtje ook.’

Meestal wordt geprobeerd de bal over het muurtje van tegenstanders te liften om dan precies in de dichtstbijzijnde hoek vallen. De doelman dekt normaliter de verste hoek en is, als de bal perfect getrapt is, te laat in de andere hoek.

Het vraagt veel accuratesse van de nemer, in jargon: veel gevoel. Tannane: ‘Je kunt de bal niet veel snelheid meegeven, anders gaat-ie over.’

Iedere nemer heeft zijn eigen tactiek. Ronald Koeman,  specialist uit de jaren tachtig en negentig, ramde vaak zijn eerste vrije trap keihard in de muur om die schrik aan te jagen. De volgende plaatste hij net over de tweede en de derde man van het wat angstig geworden muurtje.

Tannane: ‘Tegenstanders worden steeds langer lijkt het wel, de muur steeds hoger. Ik weet niet of ze gaan springen of blijven staan.’

Als ze springen kun je er nog onderdoor schieten zoals Lionel Messi eens demonstreerde. ‘Maar als dat mislukt ziet het er echt lelijk uit. En soms zie je dat er een tegenstander achter die springende voeten gaat liggen.’

Dus kiest hij er vaker voor om de bal met zijn binnenkant voet langs de muur in de verre hoek te plaatsen, daar waar de keeper dus staat. ‘De keeper zet vaak een stapje naar het midden om snel bij die andere hoek te zijn. Je schiet langs de muur en kunt dus harder trappen.’

Zoals een golfer bij langere afstanden zijn ijzer inwisselt voor een houten club, zo gebruikt een voetballer in dat geval meestal zijn wreef. Tannane: ‘Hoe verder weg, hoe harder je moet schieten, want de keeper heeft meer tijd om te reageren.’

Bij de wreeftrap kan het schietbeen verder naar achteren en voren worden gezwaaid. Met binnenkant voet trappen heeft als voordeel dat er meer controle is doordat het raakoppervlak van de binnenkant van de voet groter is dan van de wreef.

Er zijn meerdere opties. Je kunt de bal met de bolling van de wreef in het hart raken waardoor hij snel omhoog gaat, maar -als het goed is- vlak voor het doel naar beneden zakt. Vergelijk het met een topspinlob in het tennis. Tannane: ‘De Portugees Ronaldo kan dat heel goed.’

Tannane kiest vaker voor de zwabbertrap zoals tegen Sparta. Daarvoor moet hij de bal met de wreef en een beetje buitenkant voet raken waardoor die gaat draaien in de lucht. ‘De Braziliaan Roberto Carlos was er een meester in, hij gaf de bal een extreme curve mee.’

Tegenwoordig gaan ballen vaak vanzelf zigzaggen als ze op die manier geraakt worden. ‘Vooral die van Nike en Adidas zwabberen lekker, die heb ik daarom het liefst. Ik vraag wel eens aan doelmannen wat ze de vervelendste vrije trap vinden en dat is de zwabberbal. Ze weten niet waar hij gaat komen. Dat weet ik eerlijk gezegd zelf vooraf ook niet.’

Tannane mikt niet op de kruising, maar op de keeper. ‘Dan maak ik de grootste kans dat-ie op doel komt. Soms vliegt-ie alsnog de tribune in. Je voet heeft er geen zeggenschap over. Het is meer gokken dan met je binnenkant. Maar het voordeel: hij hoeft ook niet precies in de kruising. Als de keeper al verkeerd stapt, kan hij erin gaan.’

Maat 43

Tannane kan meer dan goed trappen, maar het is een essentieel onderdeel van zijn spel. Hij neemt ook de hoekschoppen, schiet veel tijdens open spel en lanceert ploeggenoten met subtiele of strakke passes. Talent voor een goede trap is onontbeerlijk, maar Tannane was nooit zo ver gekomen als hij als kind niet dag in dag uit had geoefend op het IJzeren doelen-pleintje in Amsterdam-Oost, vermoedt hij. ‘Ik was vaak met een andere jongen en dan gingen we ‘doelen’. Je staat dan allebei voor een doel, de ene keer schiet de ene van afstand en keept de ander, en daarna draai je het om. Zo trap je supervaak.’

Hij kan zich niet herinneren van iemand tips te hebben gekregen. ‘Ik wilde die bal zo graag in de kruising schieten dat ik zelf leerde hoe ik dat het best kon doen. Van wat ik destijds op tv zag kan ik me maar een vrije trap herinneren, die streep van Van Persie tegen Ivoorkust (op het WK 2006, red.) in de hoek van de keeper.’

Hij kijkt ook niet welke keeper er op doel staat. ‘De kleinere zijn vaak superatletisch dus die komen ook wel bij de hoek. Ik vertrouw op mijn eigen techniek.’

Het type schoen heeft weinig invloed, denkt Tannane. ‘In de jeugd bij Ajax trapte ik heel lekker op oude Adidas Copa Mundials die ik van mijn trainer had geleend. Maar van je schoenensponsor moet je op de nieuwste modellen lopen. Ach, de schoen maakt me geen moer uit. Kleinere voeten, ik heb maat 43, zijn wel een voordeel, denk ik.’

Bij PSV wordt sinds de zomer getraind met een speciale muur van bewegende poppen, de Freekickpro. Elke pop kan op een specifieke hoogte worden afgesteld. Tannine heeft er geen behoefte aan. ‘In de wedstrijd wordt toch weer anders bewogen.’

Het lijkt Tannane geen moeite te kosten om te trappen. Zijn bouw heeft wat weg van oud-Vitesse-speler Theo Janssen, ook een makkelijke trapper met brede heupen. Onderzoek wijst uit dat niet spierkracht bepalend is voor de schietsnelheid, maar coördinatie. Tannane beaamt: ‘Ik doe krachttraining, maar niet specifiek voor mijn trap. Het is allemaal techniek. Die houd ik bij. Na de training trap ik vaak nog een half uur op doel.’

Hij is blij dat het gezien wordt. ‘Als spelers van topclubs een vrije trap maken, kan het er de hele week over gaan, bij spelers van kleinere clubs meestal maar een minuutje. Dat vind ik wel jammer.’

De vrije trap van Tannane heeft bij de clubs die hij diende nooit ter discussie gestaan. ‘Trainers kennen je reputatie en anders zien ze het op de eerste training. Ik heb dit seizoen een nieuwe trainer en schoot er in de voorbereiding drie vrije trappen in. Dan is dat klaar voor zover het nog niet klaar was.’

Hij laat zich niet van zijn stuk brengen als er een paar vrije trappen de mist ingaan. ‘Als ik niet in de wedstrijd zit, laat ik soms een ander proberen. Het is een teamsport. Maar de week erop sta ik er gewoon weer achter. Trappen zal ik nooit verleren, het is als fietsen voor mij.’

Een keer kwam hij in een verbaal gevecht met een ploeggenoot. ‘Bij Heerenveen, ik was pas zeventien. El Akchaoui wilde hem nemen. Ik zei: ‘vriend, ik sta bovenaan de lijst’. Ben ik uiteindelijk maar weggelopen.’

Bij het Marokkaans elftal moet hij plaatsnemen achter Hakim Ziyech. ‘Marokkaanse spelers hebben vaak een goede vrije trap. Labyad kan het ook goed. Dat leren we op het pleintje. Logisch dat je met zo’n trap als Hakim heeft op nummer 1 staat. Maar… ik ben er niet klaar mee. Ik grijp elke training aan om te laten zien hoe goed ik kan trappen.’

TREND OF TOEVAL?

Er vloog dit eredivisieseizoen pas één vrije trap direct in het doel op 43 pogingen (2,3 procent). Dat is opvallend weinig. Mogelijk komt het doordat het niet meer is toegestaan om een of meerdere ploeggenoten in of vlak naast de muur te posteren, waardoor de doelman het zicht op de bal kon worden ontnomen. Maar vorig seizoen, toen de regel nog niet bestond, was ook al een matig vrijetrappenjaar met 5,5 procent conversie, bijna anderhalf procent onder het gemiddelde. Ander opvallend feit: het aantal direct op doel geschoten vrije trappen is drastisch gezakt van 541 in 2010-2011 naar 364 in 2018-2019. Ook in de topcompetities is deze neergaande trend waarneembaar.

VAN HOOIJDONKS VOETEN WIJZEN NAAR BUITEN

Pierre van Hooijdonk was een van de allerbeste vrije trappennemers, hij gebruikte vooral zijn binnenkant rechts. ‘Ik heb schoenmaat 46, dat is te groot om alleen mijn wreef te gebruiken, dan raak je de bal niet in het hart. Met binnenkant voet heb je bovendien meer controle, mijn vrije trappen vlogen nooit acht meter over. Mijn voet deed het werk, bij die verre wreeftrappen doet de bal dat vooral.’

Al dat getrap van jongs af aan in het café van zijn grootouders (‘twee bezems waren het doel’) heeft zijn sporen achtergelaten. Als Van Hooijdonk (50) op zijn rug ligt, wijzen zijn voeten naar buiten. ‘Rechts meer dan links. Maar nog steeds kan ik zonder warming-up ballen op doel rammen. En dan gaan ze er nog geregeld in.’

CV OUSSAMA TANNANE

Heerenveen 2012-2013
Heracles 2013-2016
Saint-Etienne 2016-2019
Las Palmas (verhuurd) 2017
FC Utrecht (verhuurd) 2018-2019
Vitesse 2019-heden

 

Bron: VK / Foto's: SV

Hoofdsponsor: