9 oktober 2020 In de media

Tannane: ‘Wat ik nu bij Vitesse heb, is onbetaalbaar: vrijheid, vertrouwen en waardering’

Het plezier spat ervan af. Oussama Tannane (26) is eindelijk weer gelukkig op het veld. Als nummer 10 tovert hij bij een ontketend Vitesse. ‘Wat ik hier heb, is onbetaalbaar.’

De mensen om hem heen lachen allemaal. Geluk lijkt soms wel besmettelijk. En het geluk spat ervan af bij de nummer 14 van Vitesse. De lacht buldert door de bossen, alle spelers zijn al op weg naar de kleedkamer, maar zie hem daar eens lopen. De laatste die van het veld gaat, twee zakken met ballen over de schouder, gezicht in de zon. Samen met Riechedly Bazoer is Oussama Tannane in Arnhem een van de revelaties van het nog prille seizoen. Twee jongens met het label lastig. Gruwelijk goede spelers, maar ook gruwelijk eigenzinnig. De loopbaan van de weergaloze straatvoetballer oogt soms als de grafiek van een bergetappe. ‘Maar ik ben nu beter dan ooit’, zegt Tannane. De branie is er nog steeds.

De Amsterdammer is dan ook het motor blok van een ongekend agressief Vitesse. Heerlijk voetbal. Direct de tegenstander naar de strot vliegen en niet meer loslaten. Altijd op weg naar het doel. Geen obligate balletjes. Na het uitduel met Ajax regende het ondanks de 2-1 nederlaag complimenten op straat in zijn geboortestad. Het was lang geleden dat de laatste landskampioen thuis zo werd teruggedrongen. Geen team ondernam dit seizoen ook meer doelpogingen dan Vitesse (82). En drie keer raden welke speler er in de Eredivisie het vaakst op doel vuurde? Natuurlijk: Ti Ta Tannane! Al 23 maal. De beloning volgde vorige week met een uitnodiging voor het Marokkaanse elftal.

Tannane is vooral vol lof over Vitesse-trainer Thomas Letsch, die wat hem betreft belangrijk is. ‘Hij en zijn staf hebben een plan dat werkt.’ En ook al oogt Vitesse als een machine, vrijheid is het toverwoord. Risico nemen het devies. Van oeverloos getik achterin moet Letsch niets hebben, hij zag al snel dat je Tannane niet allerlei taken moet meegeven en dat de dribbelaar ook zonder bal erg belangrijk kan zijn.

‘Dit systeem is perfect voor een begaafde voetballer als Tannane. Hij is ijzersterk, snel op de eerste meters en intelligent. En hij ziet dat als we de bal dicht bij het doel van de tegenstander willen veroveren, we veel sneller bij het andere doel zijn waardoor hij zichzelf of anderen simpel in positie kan brengen. Een speciale speler, die je niet moet volstoppen met opdrachten. Je moet hem de ruimte geven.’

BIJSLUITER

Eindelijk wordt er gekeken naar wat Tannane wél kan, in plaats van wat hij níét beheerst. De bijsluiter is namelijk niet de minste. Zodra hij zich niet eerlijk behandeld voelt, is het doorgaans wachten op een knokpartijtje. Dan is daar ineens weer die jongen van de pleintjes in Amsterdam-Oost. Een plek waar je niet gaat praten als er een conflict is. ‘Dan was het: hé vriend, en kwam je voor jezelf op’, vertelt Tannane. ‘En werd je aangevallen, dan verdedigde je je. Ik heb altijd geleerd voor mezelf op te komen in een buurt waar veel mensen niet veel hadden. Dat heeft mij sterker gemaakt. Dat zorgt dat ik altijd terugknok, misschien wel te snel inderdaad. Sommige gewoontes moet je afleren. Je komt in een wereld die je niet kent, wij waren schoffies die niets aan hun hoofd hadden. Als ik het gevoel had dat iemand me niet mocht, zei ik dat ook. Hé vriend, heb je problemen met mij? En dat is achteraf niet altijd even handig natuurlijk.’

Met zijn sterke lijf en korte lontje pakt dat inderdaad niet altijd even goed uit. Het is net zoals op het schoolplein: daar ben je als je slaat ineens niet meer de baas, maar zit je bij de directie. Moet je ineens gaan klikken als je wordt lastiggevallen, of weglopen. Volkomen tegennatuurlijk. Zo gaat het ook vaak bij de clubs waar hij belandt. Eerst bij de jeugd van Ajax en PSV, later bij Heracles Almelo, waar Tannane zijn eerste hele seizoen als Eredivisie-speler beleeft. Als je drie maanden wordt geschorst door je eigen club, dan weet je het wel. De illustere voorzitter die daarvoor verantwoordelijk was, is Jan Smit.

‘Ous is een gouden vent’, zegt de huidige preses van de raad van commissarissen van de KNVB. ‘Echt, zo eerlijk vind je ze niet vaak. Geen jongen van smoesjes of mooie verhalen. Natuurlijk wisten we wie we in huis haalden, hij was volgens mij al weggestuurd bij PSV en Ajax, had alleen een paar wedstrijden voor Heerenveen gespeeld. Maar wat dan nog? We hebben zoveel zogenaamde probleemjongens gehad. Bleek meestal reuze mee te vallen. Wout Weghorst was ook niet de makkelijkste. Bij ons waren er ook diverse akkefietjes met Tannane. Nou en? Dan ga je kijken wat er moet gebeuren om dat te veranderen.’

In Almelo zijn er trainers die Tannane niet meer in de kleedkamer willen. Smit: ‘Een trainer moet ook meedenken. Met elf ideale schoonzonen op het veld win je de oorlog ook niet, hoor. Bij ons ging het soms mis: knokken en weet-ik-niet-wat. We hebben hem drie maanden geschorst en meteen gevraagd: Wat heb je nodig? Wie heb je nodig? Hij kwam bij mij thuis, belde als hij een nieuwe verkering had en ik leerde zijn familie kennen. We zien en spreken elkaar nog steeds. In het voetbal worden veel spelletjes gespeeld. Daar moet je bij hem niet mee aankomen. Alles draait om warmte en vertrouwen bij hem.’

HOLLANDSE BEPERKINGEN

Op de vraag wie hij nodig heeft, noemt Oussama Tannane destijds Joost Leenders, de prestatiecoach die hem bij de jeugd van PSV heeft leren kennen. Leenders wil na toestemming van Tannane best iets vertellen: ‘Ik zat bij die gesprekken met Smit. En man, wat was die kiezelhard en duidelijk. Dat waren zeer ongemakkelijke gesprekken, maar daarna was er altijd een opmerking, een belletje waardoor het op de goede plek viel. Hij was oprecht betrokken en geïnteresseerd. Dan kom je binnen bij Ous.’

Leenders is tegenwoordig actief bij Ajax en werkte ook met onder anderen Memphis Depay. Hij kent Tannane als geen ander. ‘Ous kwam bij PSV binnen als jeugdspelertje. Van de straten van Amsterdam naar Eindhoven. Dat is alsof je emigreert. Wat hij van mij heeft geleerd? Ik heb vooral veel door hém geleerd. Mede door Ous ben ik me bewust geworden van mijn Hollandse beperkingen. Dat wij door een bepaalde bril kijken, zonder ons echt te verdiepen. Ik ben ook bij hem thuis geweest in Amsterdam. Zat je daar op die flat met hem en zijn broer en dacht ik na twintig minuten bij mezelf dat een kopje thee en een koekje toch wel zouden moeten kunnen. Toen kwamen moeder en zus binnen en de hele tafel stond binnen de kortste keren afgeladen vol. Zo beleefd, zo gastvrij. We hebben veel gepraat. Je kunt niet iemand beoordelen zonder zijn achtergrond te kennen. Hoe je bent opgegroeid, maakt je wie je bent.’

Bij PSV wordt Leenders soms gek van de eigenwijze Tannane. ‘Had je net weer een fijn gesprek gehad waarin je dacht samen stappen gemaakt te hebben, en dan ging je kijken bij zijn wedstrijd van de B1-junioren en stond hij daar zijn eigen trainer weer verrot te schelden. Kwam hij vervolgens naar mij toe lopen en gezellig naast me staan. Ik dacht niet alleen: Flikker op, ik zei het ook. En hij dan weer sorry zeggen. Het luisterde zo nauw bij hem. Als hij maar ergens ruis op de lijn dacht te signaleren, was het meteen raak. Duidelijkheid en vertrouwen zijn echt cruciaal bij hem. Is dat er, dan heb je een heerlijke vent. Maar nog steeds wel een stronteigenwijze vent. Dat weet hij zelf ook wel.’

Uiteindelijk krijgt de jonge Tannane een exitgesprek bij Marcel Brands. De huidige manager van Everton kan het zelf bijna niet verkroppen. ‘Het spijt me echt, maar je bent gewoon te moeilijk voor ons’, zijn de woorden van Brands die als een hamer alle illusies van Tannane aan diggelen slaan.

SAINT-ETIENNE

Via vele omwegen belandt de technicus in Almelo weer in de problemen. Maar nu volgt er dus geen exitgesprek, maar een reset. Hoe denkt Tannane dan wél verder te komen? De club en de speler maken samen een plan. Tannane traint als een beest, mijdt de discotheken en krijgt bij terugkeer vrijheid op het veld van trainer John Stegeman. De stoorzender in de kleedkamer is nu een stoorzender voor de tegenstander. Als een bowlingbal rolt hij door de defensies, verdedigers vallen om als kegels. De combinatie van kracht en techniek is iedere tegenstander te veel. Van alle kanten vliegen de ballen binnen.

In de winter staan de clubs al in de rij. Smit loopt tijdens het trainingskamp in Marbella glunderend te overleggen met Valencia en Saint-Etienne. Het wordt de Franse voormalige club van Michel Platini en Johnny Rep. Twee miljoen euro gaat er linea recta van Saint-Etienne naar de financiering van de uitbreiding van het Polman Stadion. Tannane is er nog steeds trots op. ‘En daar sprak hij na een paar maanden ook al Frans’, weet Smit nog. De voetballer zelf ziet nullen op zijn bankrekening staan, waar hij ze nooit heeft gezien.

Het eerste half jaar gaat perfect. Tannane: ‘Een groot deel van die credits moet ik geven aan Jan Smit en directeur Nico-Jan Hoogma. Natuurlijk baalde ik dat ze mij voor drie maanden schorsten. Maar zij waren ook degenen die vervolgens direct met me aan de slag gingen. Jan belde me letterlijk elke dag toen ik thuis zat. “Ous, hoe is het jongen?”, vroeg hij dan. “Kan ik wat voor je doen?” Ben ik ze eeuwig dankbaar voor. Weet je wat het is? Niemand beseft hoe groot de stap is van je eigen omgeving met al je vrienden op het plein naar een club. De taal, de omgang, de regels. In Eindhoven had ik gelukkig Henk Fraser, die sprak ook de taal die wij praten. De fout die veel clubs maken, is dat ze net doen alsof iedereen hetzelfde is. Dat is niet zo.’

‘De een groeit op als enig kind in een dorp, de ander zoals ik in een gezin van tien in Amsterdam. Dat is het probleem van trainers die iedereen gelijk willen behandelen. Dat kan niet. Op het pleintje lopen geen tien ideale schoonzonen tegen elkaar te voetballen, maar de broederschap en vriendschap zijn enorm. Je komt voor elkaar op. Ik heb mijn vrienden aan de kant moeten zetten voor voetbal, wat ik niet wilde. Dat deed pijn. Wij waren een hechte groep, altijd samen. Ik geloof in mezelf. Ja, ik ben ook eigenwijs en had natuurlijk dingen anders moeten doen. Als ik dacht dat iemand me naaide, dan pakte ik hem. Nu niet meer, ik laat het wel zien op het veld. Ik verander toch niets door zo te reageren.’

UTRECHT

We willen niet lullig doen, maar zo lang is het niet geleden dat hij in Utrecht losging en zelfs de Kleine Generaal Dick Advocaat die daar destijds trainer was, vertelde dat er geen weg meer terug was. ‘Daar zit een ander verhaal achter’, reageert Tannane. ‘Ik heb niets tegen FC Utrecht. Bij die club kwam ik vrijwel gratis voetballen, daar begint het al. Echt alles ingeleverd wat ik eigenlijk verdiende bij Saint-Etienne. En wat krijg je terug? Je komt in een seizoen dat al bezig is, geen voorbereiding, de ballen vliegen er net niet in. Kwestie van scherpte. De supporters raakten geïrriteerd en begonnen te fluiten. Dat gaat bij mij snel. Heb ik altijd gehad dat mensen zich makkelijk aan me ergeren. Alleen mijn houding irriteert sommigen al, hoe ik loop. Dat is het ergste wat een speler kan overkomen, dan gaan ze fluiten bij elke bal en denk je: Ik wil voor jullie niet meer voetballen. Ik ben naar Advocaat gegaan en heb gezegd dat ik voor die mensen niet meer wilde spelen. Bij mij was het boe en bij een ideaal schoonzoontje dat alles fout deed, kwam er applaus.’

‘Ik heb geen slecht gevoel meer, hoor, bij Utrecht. Maar het warme gevoel heb ik nu eindelijk teruggevonden in Arnhem. Een soort familie waar je graag naartoe gaat. Echt altijd lachen, ik kom vrolijk naar de club. Al bij mijn eerste wedstrijd, vorig seizoen tegen Ajax, hoorde ik ze klappen bij mijn wissel. Heerlijk. En wat er nu gebeurt, is geweldig. We vallen aan, zijn voor niemand bang en ik kan alleen maar de trainer complimenten geven. Hij wilde me direct vrijheid geven, de vraag was alleen of dat vanaf rechts of vanaf het midden zou zijn. Hebben we over gepraat. Ik zei: Wil je de beste Ous zien, dan zet je me op 10. Daar heb je het meest aan mij. Hij is daarmee bezig gegaan en alles werkt te gek. Met Bazoer achterin en ik achter de aanval. Ik denk dat dit beste Ous is. In Almelo was ik ook goed, maar niet in deze stijl. Ik ben hier echt, echt, echt blij. Het gevoel van club, trainer en publiek is dat het goed zit. Ik wil iedereen slopen en alles doen voor de trainer.’

PREMIER LEAGUE

In een vrije rol dendert hij ook afgelopen zaterdagmiddag door de vijandelijke linies. Ook zijn ex-club Heracles past zich volledig aan, maar bezwijkt tegen ‘een van de beste ploegen van Nederland’, volgens de bezoekende trainer Frank Wormuth. Vitesse staat onder diens landgenoot Letsch al vóór de wedstrijd tegen Heracles op een absurd gemiddelde van iedere vier minuten een doelpoging. Tannane scoort ook weer, hij tekent voor de derde en laatste goal (3-0) met een harde schuiver van buiten de zestienmeter. Jan Smit: ‘Dat was dus echt geen toeval, ik heb hem dat bij ons heel vaak zien doen. Gewoon van dertig meter uit stand, zeg mij maar hoeveel spelers dat kunnen? Nee, dit is geen gewone, hoor. Maar wel één met een gebruiksaanwijzing. Eentje voor wie je moeite moet doen. Eentje die op een veel hoger niveau kan voetballen. Het enige waarin hij me heeft teleurgesteld, is dat hij nog niet in de Premier League speelt.’

Tannane grijnst. ‘Engeland? Dat heb ik wel in mijn hoofd, moet ik eerlijk zeggen. Ik wil Vitesse niet zomaar verlaten. Dat kan ik nu doen, er zijn altijd clubs die je willen, maar dat heeft geen zin. Wat ik nu bij Vitesse heb, is onbetaalbaar. Dat kan ik niet snel meer krijgen. Vitesse geeft me vrijheid, vertrouwen en waardering. Ik voel me goed en voor een mens en een speler zoals ik, is dit goed. Geld is niet alles. Het is mooi, maar geluk is belangrijker. Ik ben niet vergeten hoe ik bij Las Palmas moederziel alleen op een flat zat. Saint-Etienne was geweldig, maar na een half jaar kwam er een andere trainer en kon ik me beter laten verhuren.’

‘Weet je: als je Ajax hebt gekeken, weet je al dat we iedereen aankunnen, dat was een gruwelijke wedstrijd. Dat hebben we tegen elkaar gezegd: Nu hebben we laten zien dat iedereen bang voor ons moet zijn. Zo ben ik ook: aanvallen, slopen en nooit bang zijn. Dat gevoel hebben we nu. Net als ik dat altijd heb. Ik ken geen angst, domweg omdat ik weet wat ik kan. En deze ploeg is ook voor niemand bang. Dit is echt, echt, echt heerlijk.’

Bron: VI / Foto's: SV

Hoofdsponsor: