22 maart 2014 In de media

Van de Looi op z’n plek in Euroborg

Het is deze vrijdag bijzonder druk tijdens het weke­lijkse perspraatje van Erwin van de Looi (42). Naast de tien verslag­gevers zijn ook een groep spon­sors en een rits studenten com­municatie aangeschoven.
In de perskamer in de Euroborg is niet voldoende plaats, zodat de vijftig bezoekers met de trainer van FC Groningen een etage hoger gaan. Daar, in de Hattrick’s Pub, heeft de coach uitzicht op het veld. En beantwoordt hij de vragen, die al­le aanwezigen mogen stellen.

„Ik zie dat we in een belangrijke fase van het seizoen zitten”, opent Van de Looi, geboren Huis­senaar en tussen 1992 en 1997 spe­ler van Vitesse. „Zo druk is het nog nooit geweest.” Van de Looi praat rustig, duidelijk en is beleefd. Af en toe is er een geintje. Iedereen krijgt antwoord.

Zoals de studente, die wil weten hoe de trainer het ervaart dat hij de schuld krijgt van de teleurstel­lende resultaten na de winter­stop. „Dat is niet leuk, maar je weet dat het zo gaat”, zegt Van de Looi.

„De trainer is verantwoordelijk. Door het slechte veld hebben we na de winterstop thuis minder ons eigen spel kunnen spelen. Maar dat telt niet. Als trainer word je er op afgerekend. Dat gaat bij elke club zo. Het is part of the deal. Daar moet je mee omgaan.”

Hoe hij dat doet, wil een andere student weten. „Door me te focus­sen op dat wat ik deed toen het goed ging. Toen las ik niet zoveel wat er geschreven wordt. En dat doe ik nu ook niet. Ik focus me op de dingen die ik zelf in de hand heb. Mijn team, onze manier van spelen.”

Het is alsof we Vitesse-trainer Peter Bosz horen praten. Dezelfde benadering, dezelfde nuchter­heid. Hans Nijland, de algemeen directeur, schijnt eerder op de dag getwitterd te hebben dat FC Groningen straks op de Grote Markt zal staan voor het vieren van het bereiken van Europees voetbal. Met een zaal vol studen­ten is het bericht op social media snel opgepikt.

„De verschillen op de ranglijst zijn heel klein, zowel naar boven als naar beneden”, reageert Van de Looi. „We moeten eerst zorgen dat we beter gaan spelen. Dan is er misschien nog wel wat moge­lijk. Beter voetballen betekent meer kans op resultaat. Dus we moeten er eerst voor zorgen dat we beter gaan voetballen.”

Zijn er nog vragen uit de zaal? Ja­zeker. Zo’n uurtje met de pers, een of twee dagen voor de wed­strijd, is dat eigenlijk wel leuk? „Wil je het eerlijk weten?”, coun­tert de gewezen verdediger. „Hier kijk ik de hele week naar uit. Voor de winterstop waren het mijn vrienden.”

Gelach alom. De trainer gaat se­rieus verder. „Ook dit hoort er ge­woon bij. Ik vind het prima. Soms is het ook mooi te horen hoe zij erover denken.”

We zijn zo drie kwartier verder, als de sponsors en studenten ver­kassen naar een andere ruimte in het stadion. Dan heeft Van de Looi nog alle tijd, om bijvoor­beeld te praten over deze opmer­kelijke bijeenkomst. Want: bij hoeveel clubs in de eredivisie zijn sponsors en studenten welkom tij­dens het formele persmoment voor een competitiewedstrijd?

„FC Groningen is een mooie club”, zegt Van de Looi. „Het is een volksclub. Zoals zojuist, met sponsors en zo erbij, dat vinden wij normaal. Het is op een bepaal­de manier open doen. Naar pu­bliek, sponsors. Maar de mensen hier zijn ook kritisch, vergeet dat niet. Er is altijd een verwachtings­patroon rond FC Groningen. En de club leeft, hoe je het ook wendt of keert.”

Over verwachtingen gesproken. Wat zijn de aspiraties van de club, die zes speelronden voor het einde van de competitie nog naar boven (play-offs om Europees voetbal) en beneden (Groningen is in theorie nog niet veilig) kan kijken?

„Er zijn zeven ploegen beter. Ajax, Twente, Vitesse, PSV, Feye­noord, AZ en Heerenveen”, somt van de Looi op. „Daaronder zit een groep waar wij ook toe beho­ren. Daar wil je dan de beste van zijn. En als dat lukt, dan word je dus achtste.”

Dan, in de stijl van collega Bosz: „Ik heb het hele seizoen al gezegd dat ik niet te veel naar de ranglijst wil kijken. Onze doelstelling is aantrekkelijk voetbal spelen. Voor de winterstop zijn we daar in ge­slaagd. Na de winterstop lukt dat minder.”

Het is zijn eerste seizoen als hoofdtrainer, nadat hij eerder het Groningse beloftenteam trainde en nadat hij al assistent was bij de hoofdmacht. „Het bevalt me heel goed”, zegt Van de Looi over het hoofdtrainerschap. „Ik werk van­uit een bepaald voetbalidee, dat op veel vlakken aansluit bij dat van Vitesse. Misschien hebben wij een ander budget, en dus kwa­­litatief andere spelers, maar ik houd van de manier waarop ook Vitesse speelt. Ik ken Peter Bosz goed, heb nog samen met hem ge­speeld. Ik weet wat hij doet met een team. Het ziet er uitstekend uit.”

Wil hij zelf ooit trainer worden van Vitesse? Van de Looi: „Daar ben ik totaal niet mee bezig. Dat is ook zinloos. Ik richt me volle­dig op Groningen.”
 

Gelderlander / Foto’s SV

Hoofdsponsor: