Van Papendal naar Noordwijk
„Het was een rare dag”, lachte de 22-jarige Arnhemmer ‘s avonds in hotel Huis ter Duin in Noordwijk. Daar spraken de spelers van Oranje met de media, in de aanloop naar de oefeninterlands tegen Japan en Colombia. „Trainer Peter Bosz vertelde voor de training dat ik was opgeroepen voor het Nederlands elftal. Ik heb me omgekleed, ben naar huis gegaan en heb mijn moeder nog even gesproken. Mijn vriendin heeft me hier naar toe gebracht.”
Tijdens de autorit kreeg Pröpper een telefoontje van Hans Jorritsma, de teammanager van Oranje.
„Hij vertelde me hoe het verder zou gaan. Dat ik me om half twee moest melden in de lobby van het hotel. Toen begon het”, doelt hij op zijn eerste vrijage met het Nederlands elftal. Pröpper doorliep alle nationale jeugdteams vanaf Oranje Onder 17, en nu lag daar de uitnodiging voor het grote Oranje. Bondscoach Louis van Gaal riep Pröpper en Leroy Fer op als vervangers van de geblesseerden Robin van Persie en Jordy Clasie. „Bij binnenkomst heb ik even met de bondscoach gesproken. Hij wil me eraan laten wennen hoe het hier werkt. Ik moet mijn best doen en genieten, zei hij.”
In zijn selectie ziet Pröpper de ultieme beloning voor zijn sterke spel in dit seizoen. „En het is ook een beloning naar het hele team van Vitesse toe”, zo toonde de balvaardige rechtspoot zich dankbaar tegenover zijn ploeggenoten bij de koploper van de eredivisie. „Je ziet dat het heel snel kan gaan.”
Daarmee doelde Pröpper ook op zijn eigen recente verleden. „Ik had vorig jaar nooit durven denken dat ik nu bij het Nederlands elftal zit.”
Onder trainer Bosz is hij onomstreden, maar de laatste twee seizoenen kwijnde Pröpper weg op de reservebank. „Er waren zeker momenten dat ik dacht dat ik op een doodlopende weg zat”, erkende Pröpper. „Ik ken vanuit de jeugd genoeg voorbeelden van jongens die goed konden voetballen, maar die zijn gestopt. Zover kwam het bij mij niet. Net niet.
Gelukkig ben ik doorgegaan op dezelfde manier. Ik ben het laatste jaar alleen minder bezig met de meningen van anderen. Misschien trok ik me daar voor die tijd te veel van aan. Ik weet nu zeker dat ik bij Vitesse speel en wordt niet afgerekend op twintig minuten. Dat geeft rust. Ik denk dat dat voor een heel groot deel verklaart waarom het nu zo goed gaat. Nu ben ik bij Oranje, dat is het hoogste wat je kunt bereiken. Reken maar dat ik hier van ga genieten.”