2 september 2012 In de media

Van Leeuwen: ‘Vitesse doet veel voor het Nederlands voetbal’

In zijn bescheiden kantoor bij De Slenk hangt aan de wand een ingelijste poster van een memorabele Europa Cup III-wedstrijd uit 1992. Real Madrid – Vitesse (1-0) in Santiago Bernabéu, verloren door een doelpunt van Iván Zamorano.
Het zijn vervlogen tijden, zeker. Maar Vitesse zet voorzichtig stappen omhoog en deed dit seizoen alweer mee in de Europese voorronden. Anzhi Makhachkala schakelde de Gelderse club uiteindelijk uit. Met vier nieuwe spelers, van wie Theo Janssen de meest in het oog springende is, probeert Vitesse dit seizoen verder te komen en een nieuwe stap te zetten. Ted van Leeuwen draagt daar dagelijks aan bij.

31 augustus is altijd een wonderlijke dag in de voetballerij. Spelers over wie maandenlang de wildste geruchten de ronde deden, vertrekken in de sloturen van de transfermarkt bij hun club en starten een nieuw avontuur. En clubs die nog dringend behoefte hebben aan vers bloed, maken soms de sier met twee, drie, vier huurlingen. Als technisch directeur houd je telefoon en e-mail van de eerste tot de laatste dag nauwlettend in de gaten en op die regel is Van Leeuwen geen uitzondering. Hij zit nu ruim twee jaar op zijn huidige post bij Vitesse en was daarvoor hoofd scouting: hij maakte in dat lustrum het nodige mee in Arnhem. Ontelbaar veel kilometers maakte hij om in en buiten Europa potentiële nieuwe spelers aan het werk te zien. Een eigenaar ging, een nieuwe kwam en altijd bokst Vitesse op tegen het image.

Deze zomer arriveerden vier nieuwe namen bij Vitesse: Theo Janssen, Simon Cziommer en Dan Mori. In de uren na het interview zullen Gaël Kakuta en Nikola Aksentijevic daar nog bij komen. De technisch directeur kon op de laatste transferdag wonderlijk genoeg tijd vrijmaken voor een gesprek. De dag ervoor was een intensieve dag. “In deze dagen is alles gericht op transfers. Gisteren bijvoorbeeld begon na dagen van voorbereidingen om tien uur ’s morgens de afronding van het verhuren van Marcus Pedersen aan Odense BK. Het heeft tot ongeveer half tien in de avond geduurd, voordat de laatste documenten via een pdf’je verstuurd werden. En dat is dan nog een redelijk ongecompliceerd verhaal. Sommige zaken zijn ook zo opgelost hoor, maar er zijn tijden dat je bijna voortdurend aan de telefoon zit en met transfers bezig bent.”

Van Leeuwen vergaarde buiten voetballend Nederland bekendheid door een opmerkelijk interview met een Powned-verslagger. De beelden van een even komisch als voor de reporter pijnlijk gesprek werden een hit, zonder dat de technisch directeur dat zo voorzien had. Terwijl de vraag eigenlijk simpel was: Wat doet u nu op een dag?. “Het werk is een hele hoop dingen”, zegt Van Leeuwen nu, bijna twee jaar na dat opvallende interview. “Ik ben dagelijks bezig met de voetbalacademie van Vitesse, gesprekken met scouts, overleg met de trainers, de eigenaar, de directie, het te woord staan van de pers. Ik ga ook wel met spelers naar buitenlandse wedstrijden toe, dat vind ik een deel van de opleiding. Laten zien hoe sterk je moet zijn om in de Bundesliga te spelen. Hoe sterk is Schweinsteiger? Hoe groot is Kompany écht en wat doet hij met en zonder bal? Daar ben ik met Klaas-Jan Huntelaar mee begonnen, bij AGOVV. Maar goed: nu draait het allemaal om transfers. Op hoogtijdagen, aan het einde van een transferwindow, vragen andere clubs wel eens veertig kaarten aan om naar een wedstrijd te komen kijken. Andersom doet Vitesse dat ook. Zo gaat het. Alle clubs vragen kaarten aan, ik kijk altijd naar wie er komen. Het hoeft niet alles te zeggen als er scouts komen kijken; Arnhem ligt goed op weg richting de Bundesliga, is maar een uurtje van Schiphol en wellicht komen ze kijken naar een speler van de tegenstander in plaats van naar een van Vitesse.”

Met Janssen, Cziommer, Mori, Kakuta en Aksentijevic heeft Vitesse voor de rest van dit seizoen de groep klaar. Eén Nederlander, drie buitenlanders. Sinds de komst van Merab Jordania trokken 29 spelers (koop en huur) naar de club, van wie er zes uit Nederland komen. Het doet de vraag rijzen of Van Leeuwen ook de Jupiler League tot zijn scoutingsgebied rekent. De Eerste divisie wordt dikwijls omschreven als een kweekvijver van talent, maar Vitesse vist er op het eerste gezicht maar weinig in. “We hebben lang getwijfeld over Mikhail Rosheuvel, dit jaar”, geeft Van Leeuwen aan. De vleugelspeler trok uiteindelijk van Almere City naar AZ. In voorgaande zomers bekeek de td ook anderen. “Nacer Chadli en Dries Mertens heb ik bij AGOVV gehad, maar toen ik eenmaal hier zat was er geen geld om spelers te halen. Het kon gewoon niet. Sindsdien hebben we geen spelers aangetroffen in de Jupiler League die Vitesse écht beter maken. Je moet ook niet kijken naar het huidige Vitesse, maar naar het Vitesse van over anderhalf, twee jaar. We kijken alles in de Eerste divisie, elke vrijdag. Dat vind ik ook leuk en het ís ook echt een kweekvijver. Maar als daar niet rondloopt wat wij willen hebben, gebeurt er verder niks. De helft van de spelers in onze selectie is door ons zelf opgeleid, dat vergeten mensen makkelijk. Kijk ook naar hoeveel door ons opgeleide spelers er rondlopen bij andere clubs!”

Het klinkt trots wat Van Leeuwen zegt, maar eigenlijk gebruikt hij dat woord niet. Althans, niet voor zichzelf. Hij roemt het slagen van een speler als het succes van iedereen, medewerkers en spelers. “Ik doe een transfer niet alleen, dat doen we met z’n allen”, benadrukt hij. “Je doet bij iedereen erg je best en spelers zijn daarna altijd afhankelijk van trainers, medespelers, kansen, concurrentie, hoe het loopt, hoe ze binnenkomen. Veel factoren, die uitmaken of je ergens slaagt of niet. Met de een gaat het sneller dan met de ander. Ik kijk niet naar of ze een ster worden, maar of ze de grens van hun prestatievermogen halen. Mike Havenaar bijvoorbeeld speelt nu nog niet zoveel, maar dat wordt écht een grote. Ik heb geen glazen bol, maar daar ben ik honderd procent van overtuigd. Mart Lieder hebben we nu verkocht, maar die zal zich bij RKC Waalwijk echt ontwikkelen hoor, let maar op.”

“Met Alex en Anderson gaat het langzamer dan we dachten, maar het is moeilijk te zeggen van wie we nu meer verwacht of gehoopt hadden. Soms schrijven clubs spelers te snel af. Kijk eens bij ons naar Tomás Kalas. Die haalden we jong, de bedoeling was dat hij langzaam in zou stromen. Maar hij staat er al! Centraal achterin, in de Eredivisie, meteen. Die wil heel graag, soms merk je dat bij spelers. Huntelaar bijvoorbeeld gaf in zijn AGOVV-tijd veel meer dan de andere spelers, terwijl hij zelf ook al verder was. Hij had Cristiano Ronaldo ooit een vrije trap zien nemen, die achter de muur begon te ‘vallen’. En die ging dan op hoogte van de doellijn ongeveer een meter boven de grond binnen. Hij was zó geïrriteerd, dat het hem zo lang kostte om dat te leren. Maar die volhardendheid om het te leren, dat heeft hem zo ver gebracht.”

Van Leeuwen kan eindeloos praten over spelers, maar zelf bevindt hij op directeursniveau. Een vak waarin het altijd weer bijleren is, zo blijkt. En waarin het lastig kan zijn om te gaan met vooroordelen. Fans vergeten soms dat het niet Jordania, maar scheidend voorzitter Maasbert Schouten was die bij de komst van de Georgiër riep ‘dat Vitesse binnen drie jaar kampioen zou zijn’. Dat seizoen is nú bezig. “Wat hij riep, versterkte het image van Vitesse”, weet Van Leeuwen. “Van de patsers en weet ik veel, maar dat image bestaat al sinds 1892. Het was vroeger een club van de gegoeden. En er is vaak onrust geweest, dat klopt. Ik heb wel eens gezegd dat we af moeten van dat onserieuze, Hollywood-achtige beeld. Wij produceren veel Eredivisie-spelers, na Ajax en Feyenoord het meest, denk. Heeft niemand het ooit over. Maar we zijn nog niet van dat image af, het is ons niet gelukt te bewijzen dat we serieus bezig zijn met voetbal. Er wordt te vaak nadruk gelegd op de dingen die niet goed gaan. Wij doen veel voor het Nederlands voetbal. Noem eens een club op, behalve Ajax en Feyenoord, die zoveel spelers uit eigen kweek in de basis hebben staan?”

Voetbalzone

Hoofdsponsor: