,,Duidelijk is wel dat de VAR het totale aantal fouten aanzienlijk beperkt”, stelt Van Egmond. ,,Mooi in de eerste seizoenshelft is verder dat de buitenspeltechnologie en de zestienmetercamera’s hun meerwaarde direct hebben bewezen. Door de inzet daarvan hebben we veel buitenspelsituaties beter kunnen beoordelen. Overigens blijkt daaruit wel dat de assistent-scheidsrechters hun werk erg goed doen. Ze hoeven maar zelden te worden gecorrigeerd.”
Het gebruik van de nieuwe camera’s rond het strafschopgebied leverde dertien extra ingrepen op. Zonder die camera’s was het aantal VAR-ingrepen lager geweest dan voorgaande jaren. In 29 van de 44 gevallen ging de scheidsrechter naar het scherm langs het veld voor een zogenaamde On Field Review, wat neerkomt op ongeveer één keer per vier wedstrijden.
De helft strafschopsituaties
De meeste VAR-ingrepen vonden plaats bij strafschopsituaties (22). Elf strafschoppen werden na VAR-advies terecht toegekend, zes strafschoppen werden na VAR-advies terecht teruggedraaid. Bij rode kaartsituaties werd dertien keer ingegrepen. Zeven rode kaarten werden na VAR-advies terecht toegekend. Eén rode kaart werd na VAR-advies terecht teruggedraaid. De VAR greep negen keer in bij doelpunten. Acht treffers werden na VAR-advies terecht afgekeurd, één doelpunt werd na VAR-advies terecht toegekend