Vd Heijden leert elke dag in nieuwe rol
„Het is altijd wel de vraag geweest, ook in de jeugd van Ajax al”, bekende Van der Heijden zaterdagavond na de driepunter bij FC Utrecht (1-2). „Er waren in de Ajax-jeugd trainers die mij het liefst ‘op 4’ zagen als voetballende verdediger en ook die mij liever ‘op 6’ zagen.” In een vertaling van de ‘Van Gaal-nummering’ betekent dat een plek achterin (4) of als verdedigende middenvelder (6). Na een schorsing die hem de duels tegen Heracles en vv Gemert kostte, greep Rutten zaterdag direct weer terug op de geboren Leidenaar, die het Arnhemse spel van achteruit moet vormgeven.
„Ik heb wel het postuur van een verdediger”, zegt hij. „Maar ik mag wel wat meedogenlozer zijn in het verdedigen zelf. En ik moet nog werken aan het koppen, aan luchtduels. Op de training oefen ik veel op voorzetten en hoge ballen met Raimond van der Gouw (keeperstrainer, red.)”, zegt de linkspoot, die na de jeugdopleiding van Ajax terecht kwam bijWillem II en vervolgens door John van den Brom naar Vitesse werd gehaald.
Met de komst van Theo Janssen naar Arnhem werd Van der Heijden een linie terug opgesteld. Rutten was ontevreden met de opbouw van Vitesse en werkt daar hard aan onder leiding van Vitesses nummer 4.
Inmiddels wordt er vrijwel geen bal meer blindelings naar voren geschopt en lijkt Vitesse soms wel erg veel risico te nemen met de opbouw van achteruit. „Dat is opdracht van de trainer”, legt Van der Heijden uit. „Hij wil dat wij die bal rond spelen, dat wij de tegenstander het gevoel geven dat we zó goed kunnen voetballen dat er tegen ons niks te halen is. Met Theo Janssen erbij hebben we nu een rustpunt waardoor dat ook lukt”, ziet de 24-jarige speler.
„Het zegt ook iets over de ontwikkeling van de club. Wij zijn nu in de meeste wedstrijden favoriet, zelfs als wij bij Utrecht op bezoek gaan. Dat is heel positief. We spelen in Utrecht de eerste helft niet goed, maar raken niet in paniek.
In de tweede helft doen we een omzetting en dan lukt het wel.”