13 mei 2010 In de media

Velthuizen: ‘Weinig in het leven kan me nu nog raken’

Het was een seizoen vol uitersten voor Piet Velthuizen. Een seizoen waarin de doelman van Vitesse van de ene naar de andere emotie werd geslingerd, om het deze week – voorlopig – te beëindigen in het stagekamp van het Nederlands elftal in Hoenderloo.

Vitesse-doelman Piet Velthuizen kijkt terug op bewogen seizoen

Al onder leiding van Marco van Basten debuteerde de keeper in de selectie van Oranje, de voorbije twee seizoenen was hij er onder bondscoach Bert van Marwijk onafgebroken bij. En toch lijkt de doelman, die zijn club Vitesse dit seizoen met verscheidene hoofdrollen en reddingen hoogstpersoonlijk in de Eredivisie wist te houden, nog als een leeuw te moeten vechten voor zijn plek. De roep om ervaring klonk plots uit de monden van de kenners. Èn opeens was daar Sander Boschker, de zestien jaar oudere sluitpost van de landskampioen. Het duel om de derde keepersstoel is begonnen. Mentaal moet Velthuizen het inmiddels wel aankunnen. Vechten, maandenlang deed hij niet anders. Voor Vitesse op het veld, maar bovenal daarbuiten. Thuis. Achter het masker van het ijskonijn schuilt een ware tragedie. Want in het jaar waarin de 23-jarige doelman definitief zijn volwassenheid vond, verloor Velthuizen met zijn vader zijn allerbeste vriend.

Hét kille verlies
De eerste interviewafspraak met Piet Velthuizen, daags voor het laatste competitieduel met FC Utrecht, ging op verzoek van de sluitpost niet door. Het was op een dag waarop de Nijmegenaar het simpelweg niet kon opbrengen openlijk te praten over zijn nog altijd aanwezige verdriet. De geest, de laatste weken zo getart, stribbelde even tegen. Zijn goed recht. De doelman, die bijna vijf jaar opzag tegen het moment dat onvermijdelijk komen zou, is meestal koel, maar uiteindelijk ook maar een mens. En dus kost praten over zijn overleden vader hem nog altijd zichtbaar moeite, en uit hij zijn gedachten met de blik op oneindig. ‘De pijn blijft, maar tegelijkertijd ben ik ook tevreden. Over de manier waarop ik het leven met mijn vader, mijn vriend, heb kunnen afsluiten. Alle dingen die ik met hem wilde doen, hebben we gedaan. Alle dingen die ik wilde bespreken, hebben we besproken. Op het moment dat hij stierf, had ik geen vraagtekens meer. Dat was belangrijk. Ik heb het nu wel een plekje kunnen geven.’

Rond de Kerst van 2005 kreeg hij het slechte nieuws te horen. Zijn vader was ongeneeslijk ziek, en had volgens de artsen nog maximaal vijf jaar te leven. Het vertroebelde perspectief verstevigde de band. De vriendschap tussen vader en zoon werd nog intenser dan deze al was. ‘Op een gegeven moment ga je met elkaar over dingen praten die niet de leukste en mooiste, maar wel erg belangrijk zijn. Bijvoorbeeld over wensen voor de begrafenis. Dat is hard, maar in zulke periodes moet je hard voor jezelf zijn. Anders trek je het niet’ Met dat gegeven snoerde de doelman zijn criticasters op 27 maart de mond. Hoezo, een keeper met een mentaal probleem? ’s Ochtends begroef hij, in aanwezigheid van een deel van de selectie, zijn vader. Om nog geen acht uur later alweer onder de lal tegen Willem II te staan. Vitesse won. Met Piet Velthuizen als Man of the Match.

Heb je nooit overwogen die avond niet te keepen?
‘Nooit. Mijn vader wilde dat ik onder de lat zou staan, en daarom, voor hem, stond ik daar ook. Je zet op zo’n moment een knop om, doet je best en gaat ervoor. Eenmaal bezig, zit je in een roes.’

Je speelde ook nog eens een geweldige wedstrijd.
‘Ach, wat maakt dat uit? Al had ik niet zo goed gespeeld, ik stond er voor hem. En ik denk dat het zo heeft moeten zijn. Mensen complimenteren je en zeggen dat je sterk bent, maar ik ben gewoon mezelf gebleven. Focussen op de wedstrijd, dat doe ik nu nog steeds. Inmiddels weet ik wel dat weinig in het leven me meer kan raken.’

Een blunder in het doel wordt opeens relatief.
‘Ja. Wat betekent druk nog als je dit hebt meegemaakt? Je vader, je moeder, je vrouw of vriendin, eventuele kinderen, dat is toch het belangrijkst in het leven? Wat houdt druk in, als je op een dag ’s ochtends je vader hebt begraven en ’s avonds in een vol Gelredome staat? Als zoiets je lukt, slaat niets je meer uit het veld. Die gedachte sterkt me. Natuurlijk is het verdriet nog niet verdwenen, het heeft tijd nodig om te slijten. Zou ook niet goed zijn, als je jezelf er zo overheen zet. Maar het hele proces is nu wel achter de rug. Ik kan het nu plaatsen.’

Je hebt er vrede mee hoe het gegaan is.
‘Het blijft moeilijk, maar ik ben heel blij dat hij eindelijk uit zijn lijden is verlost. Het leven was geen leven meer. De klok heeft stilgestaan. Altijd was er dat spook in het achterhoofd, dat ons eraan herinnerde dat het zó over kon zijn. Elke dag zag ik hem knokken, bikkelen, om maar zo lang mogelijk bij ons te blijven. Dat was hel meest schrijnend.’

Het dubbele gevoel
In de Eredivisie werd Velthuizen volwassen. Bijna wekelijks was de doelman van Vitesse uitblinker. Desondanks kregen slechts vier clubs het afgelopen seizoen méér doelpunten te verwerken dan de Arnhemmers.

Wat was er met Vitesse gebeurd zonder Velthuizen?
‘Het is niet aan mij te oordelen over anderen. Winnen en verliezen doe je met z’n allen en dus kijk ik eerst naar de prestaties van het team. Die zijn onvoldoende. We hadden met z’n allen afgesproken bij de eerste negen te eindigen, en dat is bij lange na niet gelukt. Voor mezelf kan ik zeggen dat het wél een goed seizoen was. Het meest constante, en dus het beste jaar tot nog toe.’

Ook Velthuizen buigt zich over de oorzaak van hel falende team. Waar ging hel in zijn ogen mis het afgelopen seizoen?
‘Constantheid is in het voetbal cruciaal. Ik keep liever elke wedstrijd voor een zeven, dan dat ik de ene week een negen haal en de andere week een vier. Zo hebben we het als team wel gedaan. Presteren tegen de topteams, maar vervolgens verliezen van RKC Waalwijk en VVV Venlo. Nooit hebben we, zoals Roda IC, een serie neergezet. Terwijl zij echt geen betere spelers hebben dan wij.’

Als keeper sta je alleen. Heb je je nooit kapot geërgerd?
‘Natuurlijk baal je wel eens. Ik sta er om ballen tegen te houden en dat is soms lastig in een schiettent. Vaak genoeg hebben we op maandag met elkaar gepraat. Maar als je elke maandag moet praten, gaat er toch iets niet goed? Ik heb altijd gezegd dat het me mooi lijkt een keer met Vitesse Europees voetbal te spelen. Maar ik heb er nog niet eens een keer aan mogen ruiken. We zijn met z’n allen verantwoordelijk, alleen wil ik wél opkomen voor Theo Bos. Zijn opdrachten waren prima, maar wij hebben ze niet goed ingevuld. Wat dat betreft denk ik dat hem dit jaar heel weinig te verwijten valt.’

Was jij dit jaar de beste speler van Vitesse?
‘Volgens de klassementen wel. Hier in Gelderland ben ik door de tv uitgeroepen tot beste speler van de provincie. En wat de supporters ervan denken, weet ik nog niet. Maar ik zeg het niet over mezelf. Over mijn ontwikkeling ben ik tevreden, ik heb veel goede momenten in wedstrijden gehad. Samen met Raimond van der Gouw (keeperstrainer bij Vitesse, red.) heb ik mooie stappen voorwaarts gezet. Lambert Jager heeft de basis gelegd, onder Van der Gouw leer ik de fijne kneepjes die horen bij keepen in de top. Net even iets scherper naar de hoek, of iets beter staan. Raimond is een top-speler geweest, dat voel je. Soms vertelt hij me verhalen over Manchester United, dan begint het echt te kriebelen. Voor mijn gevoel ben ik er klaar voor om de stap te maken, en die ambitie is er zeker ook. Natuurlijk wil ik het liefst Europa in met Vitesse, maar de vraag is of die ambitie hier wel realistisch is.’

Met het stellen van de vraag, beantwoordt Velthuizen deze meteen. Europees voetbal in Arnhem lijkt de komende jaren geen reëel vraagstuk. Trainer Bos heeft al te horen gekregen dat investeren komende zomer een utopie is, pas wanneer bepalende spelers worden verkocht kunnen aanwinsten worden aangetrokken. Vitesse heeft geen geld, dat weet ik,’ aldus de keeper. ‘Aan de ene kant is dat sneu, omdat we met z’n allen aan een doelstelling werken. Deze club is voor mij niet zomaar een tussenstation in mijn carrière, ik ben er groot geworden. Aan de andere kant kan het voor mij ook als een voordeel werken als ze me moeten verkopen.’ Een verlenging van zijn tot 2011 lopende contract is ver weg. Als Vitesse me niet kan betalen, is dat geen optie, nee. Maar wie weet wat er komende maanden gebeurt?’

Als derde keeper van het Nederlands elftal, en pas 23 jaar oud bovendien, lijkt serieuze interesse slechts een kwestie van tijd. Tot dusverre was geen enkele club concreet, al werkten geluiden over de belangstelling van Atalanta Bergamo wel prikkelend bij Velthuizen. ‘Italië, dat klinkt toch exotisch en aantrekkelijk! aldus de keeper. ‘Het eten is daar in elk geval top.’ Tegenover de materiële lusten staat echter de sportieve progressie. Is een staartclub uit de Serie A nu echt een stap vooruit? Ooit wil Velthuizen naar het buitenland, Italië lijkt hem mooi. ‘Maar op dit moment zou een club, die zeker bij de eerste zes in Nederland speelt, ook al fantastisch zijn. Stapje bij stapje, dat is vaak ideaal.’ Het realiseren van dromen kan altijd nog, zo weet de keeper. Al spreekt hij ze niet hardop uit. ‘Ja, ik heb dromen. Natuurlijk. Maar als ik ze openbaar maak, komen ze niet uit. Eén keer heb ik dat gedaan. Ooit een huis hebben met een zwembad in de tuin. Nou, voorlopig ben ik niet verder gekomen dan een opblaasbadje van de Hema. Dus nee, dromen hou ik voor mezelf.’

De WK-droom
Eén ultieme wens wil de doelman wel hardop verklappen: hij heeft er heel wat voor over om over een maand in Zuid-Afrika te zijn. Sinds een aantal jaren boekt hij nooit meer vakanties op de lange termijn. ‘Gewoon. Een lastminute. Je weet toch nooit wat er kan gebeuren?’ Dat hij deze week bij de voorselectie van Bert van Marwijk zit, vindt Piet Velthuizen zelf al een mooie bevestiging. Wie had tijdens het wereldkampioenschap in Duitsland, vier jaar geleden, gedacht dat de jonge doelman nu vrijwel vast tot het keurkorps zou behoren? ‘Toen droomde ik er nog van om met spelers als Rafael van der Vaart op de foto te gaan; blikt de sluitpost zelf terug. ‘Nu bellen we elkaar regelmatig en vraag ik hem, maar ook Robin van Persie, af en toe om tips. Natuurlijk weet ik inmiddels hoe het profvoetbal werkt, maar ervaring in de top heb ik niet. Hoe trainen zij? Wat komt er bij het leven van een wereldster kijken?’ Suggesties over vedettegedrag van collega’s bij het Nederlands elftal weigert Piet Velthuizen dan ook te onderschrijven. ‘Stuk voor stuk zijn ze megaprofessio neel. Natuurlijk wordt er gelachen en gedold, maar vanaf de eerste dag voelde ik me volledig gewaardeerd. Ik ken mijn rol. Mond dicht, ballen pakken en luisteren. Alleen dan word ik beter.’

In de op tv uitgelichte anekdote over een gesprek tussen Wesley Sneijder en Velthuizen, met als onderwerp de beider salarissen, kan de keeper zich dan ook niet vinden. ‘Wat éen ophef. En dat over niets. Ik erger me aan de beeldvorming over de Nederlandse internationals. Alles wat ze doen, elke stap die ze zetten, het is wereldnieuws. Terwijl ik ze op een heel andere manier meemaak. Wesley Sneijder is een ster in Italië, maar in de groep een heel sociale jongen. Van Persie ook, en op weg naar Australië heb ik met Van der Vaart bijna vijf uur zitten praten in het vliegtuig. Na het overlijden van mijn vader waren die gasten de eersten van wie ik iets hoorde. Dat noem ik collegiaal.’ Twee jaar in de selectie ten spijt, de kans is aanwezig dat Velthuizen het WK komende zomer vanuit de huiskamer ziet. Met Boschker lijkt hij te moeten vechten om de derde zetel. ‘Ik kan hoog of laag springen, de bondscoach bepaalt. Mijn basis is het goede afgelopen seizoen. En het enige wat ik nu nog kan doen is vlammen tijdens de trainingsstage. Van mij mag iedereen een mening hebben, ik kan daar weinig mee. Als ik mee mag, spring ik een gat in de lucht.’

Hij houdt zich sterk, stelt zich professioneel op. Maar iedereen weet dat een eventuele afwijzing zal inslaan als een bliksemschicht. Twee jaar geleden verpieterde Velthuizen in Peking, toen bondscoach Foppe de Haan daags voor het openingsduel van de Olympische Spelen Kenneth Vermeer de voorkeur gaf boven de Vitesse-doelman. ‘Dat was een klap, helemaal omdat ik in de kwalificatie alles had gespeeld. Mijn vader was doodziek en ik zat in China op de bank. Ik ben er sterker van geworden, maar makkelijk was het niet. Afvallen voor het WK zou net zo’n tik betekenen, maar uiteindelijk moet je toch door. Inmiddels, na alles wat er is gebeurd, weet ik wel: het leven bestaat uit vallen en opstaan.’ Met die wetenschap kijkt Velthuizen vooruit, sterker dan ooit. In het doel, maar vooral in zijn hoofd. ‘Ik hoor ook dat mensen soms twijfelen aan mijn mentale kracht, maar tegen hen wil ik zeggen: Ik ben pas 23. Als je ziet waar ik nu al sta, is dat gewoon uniek. Veel mensen die ik spreek, denken dat ik al vier jaar ouder ben. Nee dus. Natuurlijk moet ik nog veel leren, maar het WK zou een ervaring zijn die ik mijn hele leven meedraag. Bovendien, na alle ellende is het wel weer tijd voor wat licht.’

VI magazine week 19

Hoofdsponsor: