Velthuizen droomt van Anzhi

Oud-bondscoach Guus Hiddink en topschutter Samuel Eto’o ko­men begin augustus mogelijk naar GelreDome. Indien Vitesse de tweede voorronde van de Eu­ropa League overleeft, wacht waarschijnlijk een tweeluik met het Russische Anzhi.

Als Vitesse donderdag in GelreDome Lokomotiv Plovdiv uit­schakelt, dan treft het in de derde voorronde van de Europa League de winnaar van de confrontatie tussen het Russische Anzhi Mak­hachkala van trainer Guus Hid­dink en Honved Boedapest uit Hongarije, zo blijkt uit de loting die gisteren werd verricht in het Zwitserse Nyon.

Vitesse- doelman Piet Velthuizen hoopt dat er na de return met Plov­div een feestje gevierd kan wor­den, maar hij waakt voor onder­schatting. „Eigenlijk wil ik hele­maal niet over de volgende ronde praten. Dat is te voorbarig. Laten we eerst maar zorgen dat we ver­der komen.”

Velthuizen was een van de weini­ge Vitesse- spelers die afgelopen donderdag in Lovech (4-4) wel zijn gebruikelijke niveau haalde. Hij voorkwam in de slotfase met een puike redding een uitneder­laag. „Ik ben de vier tegengoals nog lang niet vergeten. Maar een gelijkspel is in principe een goede uitgangspositie. Nu moeten we het thuis afmaken. We zijn dan misschien favoriet, maar we zijn er nog niet. We hebben nog niet het niveau van vorig jaar. Dat is niet vreemd. We zijn pas drie we­ken bezig.”

Anzhi won de eerste confrontatie tegen Honved met 1-0. Met spelers als Samuel Eto’o, Mbark Boussou­fa en Yuri Zhirkov wordt de ploeg sterk genoeg geacht de klus in Hongarije te klaren. Velthuizen: „Ik denk wel dat Anzhi doorgaat. Een ploeg met grote namen. Op zich zou het fantastisch zijn om daar tegen te spelen.” Ook voor Fred Rutten, de nieuwe trainer van Vitesse, die bij PSV als assis­tent- coach onder Hiddink werk­zaam was. Mocht Vitesse doorgaan, dan wacht hoe dan ook een nieuwe op­ponent uit Oost-Europa. Velthui­zen: „We zijn net terug uit Lovech. Ik was nog nooit in Bulgarije ge­weest. Europees voetbal is sowieso mooi om mee te maken. Dat zijn wedstrijden die je altijd bijblij­ven.”

Gelderlander