Verlies Vitesse is 24,5 miljoen
Vitesse heeft vorig seizoen een verlies geleden van 24,5 miljoen euro. In het voorgaande boekjaar bedroeg het verlies 22,7 miljoen euro. De eredivisionist schreef nog rodere cijfers door een toename van de uitgaven, die stegen van 29,5 naar 34,3 miljoen. De omzet was nu 11,7 miljoen, dat is twee ton meer dan een jaar daarvoor. De stijging van de kosten wordt vooral veroorzaakt door extra personeelskosten (1,9 miljoen) en overige bedrijfskosten (plus 2,4 miljoen).
De uitgaven gingen in totaal dus met bijna 5 miljoen omhoog. Dat is een kleine 100.000 per week. De schrikbarende cijfers die Vitesse over de voorbije voetbaljaargang openbaar maakte, passen in de theorie dat de vorige clubeigenaar Merab Jordania mede moest wijken vanwege financieel wanbeleid. De Georgische oud-voorzitter werd van het project Vitesse afgehaald door ‘Londen’, het machtige circuit rondom de Russische miljardairs Roman Abramovitsj en Alexander Tsjigirinski.
Ondanks deze cijfers zit Vitesse nog steeds in de veilige categorie 2 in het licentiesysteem van de KNVB. Dat komt doordat clubeigenaar Tsjigirinski de tekorten aanzuivert.
Interessant zijn de cijfers die gelden voor het Financial Fair Play van de UEFA. De Europese voetbalbond wil dat clubs niet meer uitgeven dan dat er binnenkomt. Vanaf het seizoen 2011/2011 gemeten mogen suikerooms in drie jaar tijd nog 45 miljoen euro bijstorten om de gaten te dekken. Bij de berekening van FFP mogen clubs bepaalde kosten, zoals die voor de jeugdopleiding, aftrekken.
Vitesse kwam daarbij in het afgelopen seizoen uit op een bedrag van 22 miljoen, tegen 20,9 miljoen in het jaar daarvoor. Dat betekent dat Tsjigirinski in het lopende seizoen nog slechts voor 2,1 miljoen mag bijspringen, wil Vitesse sancties van de UEFA ontlopen.
Gezien de dure huishouding en de magere omzet lijkt dat een schier onmogelijke opdracht voor Vitesse, zeker omdat de club nog steeds geen nieuwe shirtsponsor heeft. Peter Gansler werd ruim een jaar geleden aangesteld als de nieuwe commercieel directeur. Hij kreeg als hoofdtaak mee te zoeken naar een nieuwe hoofdsponsor, maar dat is de Amerikaan nog steeds niet gelukt.
Daarnaast lopen de toeschouwersaantallen ondanks de hernieuwde topklassering van het elftal zelfs terug vergeleken met vorig seizoen (nu 17.346 gemiddeld tegenover 18.285 vorig seizoen).
Echter, Vitesse verkocht afgelopen zomer Van Ginkel aan Chelsea en Bony aan Swansea City. Dat leverde een slordige 20 miljoen euro op. De transfers hadden plaats na 1 juli en vallen dus onder het boekjaar van het lopende seizoen. Dankzij deze gelden blijft Vitesse na dit seizoen wellicht toch binnen de richtlijnen van het FFP.
Deze maand trok Vitesse vier nieuwe spelers aan. Ondanks hun komst bleef Vitesse binnen het begrote spelersbudget, aangezien het tussentijdse vertrek van een handvol spelers voor financiële ruimte had gezorgd.
Directeur De Wit: ‘Vitesse kan zo niet doorgaan’
„In de komende jaren moeten we de inkomsten en uitgaven normaliseren”, zegt Vitesses algemeen directeur Joost de Wit in een toelichting op de jaarcijfers. „We zullen ons nog meer richten op de scouting en de eigen jeugd. We zijn een opleidingsclub en spelen nu bovenin de eredivisie. dat willen we blijven doen.”
„Sinds de buitenlandse overname van de club (augustus 2010, red.) is er voor meer dan 100 miljoen euro geïnvesteerd in Vitesse. Dan heb je iets voor ogen. Daaruit blijkt dat het een lange termijnproject is”, aldus De Wit. „In de voetbalwereld moet er, net zoals in de zakenwereld, eerst geïnvesteerd worden voordat er succes geboekt kan worden. Maar de club kan daarmee niet zo doorgaan. Dat betekent dat we stap voor stap werken aan het beheersen van de kosten en vergroten van de inkomsten. De clubleiding heeft er alle vertrouwen in dat wij hierin slagen.”
De Wit geeft aan dat het doel is ‘de inkomsten uit ticketing, sponsoring, media en merchandising te optimaliseren’. „De stijging van de personeelskosten zit voornamelijk in spelerskosten. Het heeft geleid tot een waardevol team op het veld.”
„Onze band met Chelsea is bijzonder, zeker binnen het Nederlands voetbal, en dat koesteren wij. Met deze structuur, die prima past bij de moderne ontwikkelingen in het internationale voetbal, staat de club er voor de toekomst goed voor.”