Verloren Vitesse-zaak heeft geen gevolgen politici
Gedeputeerde Theo Peters stelde aanvankelijk dat wethouders en gedeputeerden nu veel voorzichtiger zouden moeten opereren. Critici zagen dat als een afleidingsmanoeuvre.
De provincie kreeg in juni ongelijk van de Hoge Raad in een zaak over huurverlaging van Gelredome. Vier gedeputeerden hadden in juli 2001 beloofd dat zij de huur voor Vitesse zouden verlagen. Diezelfde dag nog besloten de vermogende Vrienden van Vitesse 10 miljoen euro in de club te steken.
De provincie kwam haar toezegging niet na omdat er geen politiek draagvlak was. Maar volgens de Hoge Raad waren de toezeggingen van de vier gedeputeerden toch bindend en hebben Vitesse en de Vrienden nu recht op schadevergoeding. Het Vitesse-kamp eist 40 tot 45 miljoen euro.
Volgens Peters zou deze uitspraak grote gevolgen voor bestuurders in Nederland kunnen hebben. Tijdens besprekingen met bedrijven zouden ze supervoorzichtig moeten zijn en geen enkele toezegging meer kunnen doen. Elke toenadering zou als een bindende toezegging opgevat kunnen worden.
Peters wilde daarom overleg met staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken over de gevolgen van deze uitspraak voor heel politiek Nederland. Maar dat overleg komt er niet. Ambtenaren van de provincie en het ministerie zijn onderling al tot de conclusie gekomen dat er helemaal geen gevolgen zijn voor andere bestuurders. De gedetailleerde toezeggingen van de gedeputeerden in de Vitesse- kwestie zijn uitzonderlijk.