Vitesse-trainer Thomas Letsch kritisch over forse tackle: ’Dan moet je slimmer zijn’

Direct na het laatste fluitsignaal vielen de spelers van Vitesse verslagen op de grond. De goal van David Neres in de eerste minuut van de blessuretijd had de droom van de Arnhemmers om voor de tweede keer in de clubhistorie de KNVB-beker te winnen uiteen doen spatten (2-1). „We kunnen trots zijn op wat we bereikt hebben. We hebben een finale gespeeld en het was een finale waarin het close was, maar uiteindelijk is het wel uitgelopen op een teleurstelling”, aldus de ontgoochelde trainer Thomas Letsch.

„Dit is enorm balen”, verzuchtte captain Remko Pasveer. „We hebben in Arnhem en omgeving enorm naar deze finale toegeleefd. Dan wil je die beker mee naar huis nemen, maar het zat er niet in. We hebben niet het spel gespeeld dat we kunnen spelen. We hadden te veel balverlies en waren niet slim genoeg.”

Een cruciaal moment in de finale, die aantrekkelijk begon maar na rust een taai voetbalgevecht werd, was de rode kaart voor Jacob Rasmussen in de 86e minuut. De Deense verdediger van Vitesse zette veel te laat een tackle in op Antony, die hij grof onderuit schoffelde. Het was te begrijpen dat scheidsrechter Björn Kuipers hiervoor een rode kaart trok.

Ineenstorting

Daarmee stortte het Vitesse-bolwerk direct ineen, want Rasmussen is een belangrijke pijler van de sterke defensie. Vitesse leek tot het moment waarop rood werd getrokken af te stevenen op een verlenging. Omdat Ajax veel energie had gebruikt in de jacht op de winnende treffer en donderdag in Rome nog een zware wedstrijd had gespeeld, was daarin wellicht nog iets mogelijk geweest.

„Dat was een breekpunt. Als je tegen een goed Ajax, dat in Nederland het positiespel het beste beheerst, met een man minder komt, dan krijg je het heel erg moeilijk”, aldus Pasveer. Trainer Letsch was kritisch over de onbeholpen tackle van Rasmussen. „Ik weet niet of het rood of geel was, maar je kunt zeker rood geven voor deze situatie. Je moet slimmer zijn en de man voor je houden. Dan blijven we met elf man staan. Als je tegen een toptegenstander als Ajax speelt, moet je zulke fouten niet maken.”

De Vitesse-trainer erkende dat hij in de verlenging gehoopt had alsnog het verschil te kunnen maken. „We hadden het verdiend om de verlenging in te gaan. Met elf tegen elf in de verlenging weet je niet wat er nog mogelijk was geweest. De tegenstander had donderdag nog gespeeld en wij hadden nog kunnen doorschakelen met wissels.”

Vitesse begon goed aan de finale, dreigde ineen te storten na de openingsgoal van Ryan Gravenberch, maar rechtte de rug en kwam via een goal van Loïs Openda weer goed terug in de wedstrijd. Na rust werd het een kwestie van tegenhouden, waarbij doelman Pasveer zich onderscheidde met goede reddingen. „Het is voor de wedstrijd van je team geen goed teken, als je als keeper uitgroeit tot een van de beteren op het veld. Al had ik het niet erg gevonden, als we de finale ermee hadden gewonnen”, aldus Pasveer, die voor de derde keer in zijn carrière een bekerfinale verloor. Eerder overkwam hem dat als reservekeeper van FC Twente en als eerste doelman van Heracles Almelo.

Afnemende krachten Tannane

Een gevoelige aderlating voor Vitesse was het geblesseerd uitvallen van Eli Dasa in de rust. Zijn vervanger Dominik Oroz kwam heel matig voor de dag. Dat hielp ook niet. Meer Vitesse-spelers acteerden niet op hun beste niveau. Zo konden de spelbepalers Riechedly Bazoer en Oussama Tannane de wedstrijd ditmaal niet zo naar zich toetrekken als ze eerder dit seizoen wel hadden gedaan. Bij Tannane speelde wellicht een rol dat zijn krachten in de loop van de wedstrijd afnamen, door zijn deelname aan de vastenperiode ramadan. Al gaf de creatieve middenvelder vooraf aan dat hij gewend is om zonder eten en drinken te voetballen in de ramadan.

Al met al werd Vitesse op waarde geklopt. Dat lag deels aan de Arnhemmers zelf, maar vanzelfsprekend ook aan de kracht van Ajax. „In het begin hebben we het goed gedaan en een paar goede kansen gecreëerd. Maar het was geen goede wedstrijd van onze kant”, aldus Letsch. „We waren te slordig in balbezit en niet moedig genoeg in onze keuzes. Maar bij finales gaat het om winnen. Ook al speelden we niet goed, in de beslissende fase van de wedstrijd hadden we de tegenstander wel zover gekregen dat ze ook niks meer creëerden. We hebben er een vechtwedstrijd van gemaakt in de tweede helft, maar het was uiteindelijk niet genoeg. We speelden tegen Ajax, het beste team van Nederland en een van de topteams in Europa. Dan moet je zelf heel goed zijn om te winnen. Dat zijn we onvoldoende geweest in deze finale.”