Vitesse speelt Piet Paulusma-voetbal
Na de zeer verdienstelijke remise tegen PSV stapte Vitesse woensdag met hoge verwachtingen het veld van Het Kasteel op.
Daar modderde het lange tijd wat aan tegen Sparta en pakte het op de valreep toch een verdiend punt ( 1- 1). Een teleurstellend resultaat tegen een kwalitatief beduidend mindere opponent, zo leek het.
Sinds de winterstop volgden deze optredens van Vitesse: een wanvertoning bij NEC (2-1), een knappe zege bij Heracles (1-2), een prima voorstelling tegen PSV ( 0- 0) en een zwakke beurt tegen Sparta.
Vitesse blijft vriend en vijand telkens verrassen. Het speelt een soort Piet Paulusma-voetbal: je weet vooraf nooit wat het wordt.
Of, om in de kretologie van de weerman te blijven: het kan vriezen, het kan dooien.
Bij zoveel wisselvalligheid passen ook de totalen in de eredivisie: 6 zeges, 5 gelijke spelen en 10 nederlagen. Vitesse heeft een vrij jonge ploeg, hetgeen deels de wisselvalligheid verklaart. Daarnaast mist het huidige elftal de zogeheten sterkmakers: routiniers die altijd een zeven of hoger scoren en voorkomen dat de ploeg door de ondergrens zakt.
Daar staat tegenover dat Vitesse tegen elke ploeg in staat is heel goed te voetballen. Met technisch vaardige spelers als Onur Kaya, Wiljan Pluim, Nicky Hofs, Dalibor Stevanovic en Santi Kolk kan elke wedstrijd een feest worden om naar te kijken. Het elftal kan zich optrekken aan sterkere tegenstanders, zoals het tegen mindere opponenten vaak meegaat in het geploeter.
Zondag wacht het bezoek aan VVV-Venlo. Opnieuw een volstrekt onvoorspelbare klus. Met nog ruim een derde van de competitie te gaan, streeft de huidige nummer elf naar het linkerrijtje.
Waarschijnlijk volstaat de negende plaats voor de play-offs om Europees voetbal. Als Vitesse dat doel wil bereiken, zal de ploeg de wisselvalligheid van zich af moeten schudden.