26 augustus 2021 In de media

Wisselvallige tropenweken voor Vitesse: ‘Dit wilden we toch?’

Vitesse staat op de rand van de Conference League. Na de 3-3 bij Anderlecht wacht vandaag misschien wel de belangrijkste wedstrijd van het seizoen, gevolgd door een bezoek aan Ajax zondag. ‘Klagen we niet over, hier hebben we het hele jaar voor gestreden.’
Zes extra Europese duels staan er op het spel als Vitesse vanavond Anderlecht bestrijdt in de Gelredome. Zes extra kansen om meer internationale ervaring op te doen en om de kas te spekken. Startgeld, drie extra thuiswedstrijden en de transferdeadline van 1 september die met rasse schreden nadert. Het einde van een nerveuze aanloop van het seizoen is in zicht. Het is tijd om te oogsten.

Eindelijk zagen we vorige week donderdag in Brussel flitsen van het Vitesse van vorig seizoen. Vooral na rust deed het druk zetten en het domineren in balbezit denken aan de succesperiode in het eerste jaar onder trainer Thomas Letsch. In dat licht bezien was het extra zuur hoe de ploeg zich drie dagen later in de vingers sneed. De bedoeling was enkele spelers rust te gunnen en het zelfvertrouwen een extra zetje te geven door thuis Willem II te kloppen, maar de generale repetitie pakte heel anders uit. Algemeen directeur Pascal van Wijk had vooraf de supporters nog toegesproken om vooral te blijven zitten. Dat was geen probleem, want voor de Tilburgse goals stonden ze niet op. Belangrijk was de boodschap die Van Wijk verkondigde over de return tegen Anderlecht. Een oproep om steun, een smeekbede haast. De Belgische topclub moet worden verslagen, de zo gewenste plaatsing voor de groepsfase mag nu niet meer door de vingers glippen. Je proeft aan alles dat dat gevoel overheerst. Na een uiterst zwakke eerste helft tegen Willem II stond het 0-2, moesten de gespaarden alsnog het trainingspak uittrekken en eindigde de wedstrijd in 0-3. Foute inschatting van Letsch derhalve. Later meer daarover.

In het kielzog van Vitesse gaan we mee naar het eerste play-offduel met Anderlecht. Na negentig hectische minuten staan we oog in oog met een verwonderde Belgische steward. ‘Nooit geweten dat de Conference League zo onderhoudend was’, merkt hij op. De man met het hesje was tot de conclusie gekomen dat het publiek een heerlijke avond had gehad in het Lotto Park. ‘Het was voor mij ook de eerste keer, meneer’, legt een supporter uit. ‘De Conference League is de nieuwste uitvinding van de UEFA. Het is voor clubs die eigenlijk geen Europees voetbal verdienen, maar die uit medelijden toch nog een kans krijgen. Een uitkomst voor Anderlecht dus.’ Geen kenner zo te zien, want achter op het paarse shirt prijkt de naam Vlap en die heeft in Brussel nu niet bepaald een onuitwisbare indruk achtergelaten. Sterker nog, een andere fan is daar duidelijk over. ‘Vlap terug naar Nederland en Wellenreuther ook. Lijkt me het beste voor iedereen. Wij zijn niet onder de indruk geraakt.’

De steward laat de uitleg over de Conference League zichtbaar indalen en komt tot een conclusie. ‘Champions League is saai, Europa League is beter, maar geef mij maar Conference League.’ Het laatste woord is aan de Vlap-supporter. ‘Champions League gaan wij hier de komende jaren niet meer zien, Conference League moeten we nog maar zien te halen.’ Tot zover de eerste beschouwingen na de knotsgekke 3-3 tussen Anderlecht en Vitesse.

De eerste kennismaking met de grandeur van Paars-Wit, nog altijd een grote naam in het Belgische voetbal, doet Thomas Letsch en zijn manschappen vooraf beseffen dat ze een Europese topmatch spelen. ‘De mooiste ontmoeting uit deze ronde, maar misschien ben ik een beetje bevooroordeeld’, zegt de Duitse trainer. Anderlecht is een naam uit het verleden, geen grootmacht in het heden. ‘Die prijzen, dat was vroeger, wij spelen morgen tegen het Anderlecht van nu’, merkt Letsch op tijdens de persconferentie vooraafgaand aan de wedstrijd. Hem is de grootsheid van de club echter niet ontgaan, net als de naam en faam van collega-trainer Vincent Kompany. ‘Hij was van ons twee de iets betere voetballer, denk ik’, knipoogt de Duitser.

Thomas Letsch: ‘We hebben niet verloren van Willem II doordat we andere spelers lieten voetballen. We hebben verloren doordat we het niet goed gedaan hebben.’
De onderkoelde humoristische trekjes van Letsch tonen zijn ontspannenheid. Als die overslaat op de spelers, dan komt het goed. Kompany proeft op zíjn persconferentie een gevoel van Hollandse neerbuigendheid. ‘Ik merk dat men in Nederland wat neerkijkt op Anderlecht. We hebben mindere jaren gehad, dat klopt, maar ik denk dat het ergste is geweest. We zijn op de weg terug en krabbelen op. Wij doen ook soms wat neerbuigend over het Nederlands elftal nu wij de betere landenploeg hebben, misschien is dit een reactie.’ Kompany zet heel slim en sluw de verhoudingen tussen Nederland en België op scherp, hoewel er niet veel Nederlandse en Belgische spelers op het veld zullen staan. De rivaliteit aanwakkeren kan geen kwaad, het is een aloude truc waarmee de buren regelmatig succes hebben gehad.

PRIJS

Op de wedstrijddag proeven we lichte nervositeit rond en in het stadion. Voor het eerst mag er weer een behoorlijk aantal toeschouwers naar binnen, twee ploegen zijn heel nieuwsgierig waar ze nu eigenlijk staan omdat ze nog niet zijn getest en een Conference League-ticket als te behalen prijs. Met een Nederlands kenteken door de wijk Anderlecht rijden is niet het slimste plan van de dag. Maar de navigatie denkt daar anders over en die volgen we als de wegen vreemd zijn. We voelen ons bekeken vanaf de stamtafels die buiten voor de kroegen zijn geplaatst. Op straat heerst een eersteschooldag-vibe, de nieuwsgierigheid en het verlangen eindelijk weer te mogen zijn voelbaar. Op verzoek van de dienstdoende politieagent zetten we de auto even aan de kant. Als alle papieren zijn nagekeken en we hebben kunnen uitleggen dat de navigatie echt deze route aangeeft om de aangewezen parkeerplaats te bereiken, mogen we onze weg vervolgen tussen de indrinkende Anderlecht-fans die het Nederlandse kenteken met een middelvinger begroeten. We krijgen wel een alternatieve sluiproute geadviseerd om ‘de confrontatie met de hooligans’ niet op te zoeken. Na wat bochten en steegjes komen we uit bij parkeerplaats A4. Met een Nederlands kenteken door de wijk Anderlecht rijden is niet het slimste plan van de dag

Als we de perskamer van het stadion binnenwandelen, staat een man ons letterlijk met open armen te verwelkomen. Het betreft een oude bekende: Bruno Govers, voormalig Voetbal Magazine-collega en jarenlang correspondent van het Belgisch voetbal voor VI. Inmiddels genietend van zijn pensioen en vooral van zijn kinderen en kleinkinderen, maar nog altijd met een kloppend Anderlecht-hart. Ooit was hij een pain in the ass van de Brusselse topclub, zoals Paars-Wit in de actieve tijd van Govers nog mocht worden genoemd. Hij was een kritisch volger van de club en dat is hij nog steeds. Het woordje top is tegenwoordig niet meer van toepassing. Govers dient nu op wedstrijddagen de persafdeling aangaande accreditatiezaken. En hij kleurt de perskamer met zijn mooie verhalen.

We halen herinneringen op aan vervlogen Anderlecht-tijden en herkennen onmiddellijk het vocabulaire van de eminence grise van het Belgische journaille. Hij rept nog altijd over ‘krabbelaars’, ‘nietsnutten’ en ‘uitvreters’ als de ene na de andere Brusselse miskoop ter sprake komt. We herinneren ons het afscheid van Yannis Anastasiou. Op de dag dat de transfer van de Griek van Anderlecht naar Roda JC rondkwam, waren we toevallig een weekend in de Belgische hoofdstad. Govers regelde kaartjes en zo belandden we voor aanvang van een competitiewedstrijd van Anderlecht in de kroeg tegenover het stadion. Met Anastasiou, die iedereen hoogstpersoonlijk kwam bedanken voor de fijne tijd. Het moet minstens vijftien jaar geleden zijn, zegt Govers. Het blijken er liefst 21. ‘Amai, we worden oud. Ik zie ons nóg staan. Amai.’ Vlak na het laatste fluitsignaal komt Govers nog gedag zeggen. Hij gaat de hesjes van de fotografen innemen en weet niet of hij nog in de perskamer is als wij onze interviews hebben gedaan. Hij heeft geen deadline meer te halen.

Govers en vele anderen met hem hebben een prettige avond. Verbroedering tussen Hollanders en Belgen, want het is pure voetbalreclame, deze donderdag. Heerlijke sfeer, twee teams die beter aanvallen dan verdedigden en niemand die een zinnig woord kan zeggen over de afloop. Riechedly Bazoer verwoordt het eigenlijk wel treffend. ‘Ik heb geen idee of ik blij of teleurgesteld moet zijn.’

EUROPEES GEVOEL

Een Europese uitwedstrijd in België betekent snel thuis. ‘Ik vraag altijd hoelang het rijden is in de bus, dit was maar iets verder dan naar een competitiewedstrijd’, schetst Letsch. ‘En toch voelt het Europees. Eerst Dublin, nu Brussel, donderdag en zondag spelen, druk programma, klagen we niet over. Dit wilden we toch? Hier hebben we het hele jaar voor gestreden.’

In dezelfde week sijpelt het bericht door dat Anderlecht tussen de duels met Vitesse niet in actie hoeft te komen. In het belang van het Belgische voetbal, zoals dat heet. ‘Je kunt na komende donderdag pas zeggen of het een voor- of een nadeel is’, weet Letsch. ‘Wij hebben nu een paar goede resultaten op rij geboekt. Dan is het niet erg om snel weer te spelen. Ach, er is geen wijsheid.’ De mogelijkheid de competitiewedstrijd uit te stellen, zoals AZ dat deed, heeft Vitesse niet aangegrepen. ‘Niet in ons opgekomen. Die twee uurtjes extra (de aftrap tegen Willem II is om 16.45 uur, red.) vonden we handig, uitstellen niet. Dan loop je een wedstrijd achter en stel dat je de poulefase haalt, dan is inhalen nog niet zo eenvoudig. Wij voetballen gewoon en hopen dit donderdag-zondag-ritme nog even te hebben.’

De slijtageslag in Brussel heeft er wel ingehakt bij een enkeling, blijkt tegen Willem II. Vooral achterin is de spoeling dun aan het worden door de blessures van Danilho Doekhi, Jacob Rasmussen en Million Manhoef. Toch besluit Letsch spelers te sparen. Het goede gevoel wordt onderbroken, Vitesse druipt af met een 0-3 nederlaag. Roulerende Duitse trainers, ze houden ons in Nederland wel bezig. Geheel volgens de filosofie van collega Roger Schmidt bij PSV past Letsch zijn startende elf aan.

De keuzes zijn niet verrassend. Eli Dasa speelde op donderdag voor het eerst sinds tijden weer een volledige wedstrijd, Riechedly Bazoer viel een week eerder bij de competitiestart tegen PEC Zwolle licht geblesseerd uit, Nikolai Frederiksen en Yann Gboho hebben nog geen enkele keer de negentig minuten volgemaakt. Enzo Cornelisse mag meedoen, net als Romaric Yapi (aangetrokken als back-up voor Dasa, maar niemand bij Vitesse wist dat hij nog een Europese schorsing van vier duels had staan) en de Zwitser Toni Domgjoni, terwijl ook Oussama Tannane een basisplaats krijgt. Daar heeft hij na de wedstrijd tegen Anderlecht al om gevraagd. Tannane plaatst in Brussel, waar hij als invaller in de slotfase de 2-3 maakt, ook enkele kritische kanttekeningen bij de beslissing van Letsch hem niet vaker in te zetten. ‘Waarom Bazoer wel opstellen en mij niet?’, vraagt de spelmaker zich af. Het antwoord lijkt logisch, Bazoer is voor dit elftal veel meer onmisbaar en met Gboho is er een alternatief voor Tannane aangetrokken. Ook Letsch kan die antwoorden geven, maar de Duitser laat zich ook na de deceptie tegen Willem II niet verleiden tot een reactie. ‘Ik praat niet over individuen, maar over de ploeg.’

Dat Tannane nauwelijks opvalt tegen de Tilburgers, zal betekenen dat hij in de return tegen Anderlecht hooguit opnieuw zal invallen. Gokken op nieuwe bewijsdrang, lijkt het. Als hij Vitesse naar de Conference League schiet en een club pikt hem nog vóór 1 september op, dan is dat vermoedelijk het beste voor iedereen. ‘Voor de opstelling hebben we rekening gehouden met zowel de wedstrijd van áfgelopen donderdag als het duel van kómende donderdag,’ verklaart Letsch zijn keuze.

‘Wij hopen dit donderdag-zondag-ritme nog even te hebben’

Na afloop begrijpt hij dat die strategie vraagtekens oproept. ‘Want we hebben verloren, dan is het logisch dat daar vragen over komen.’ Spijt heeft hij niet. ‘We hebben niet verloren doordat we andere spelers lieten voetballen. We hebben verloren doordat we het niet goed gedaan hebben. Soms speel je goed, soms speel je slecht.’
We vragen Letsch waarom roulerende trainers nooit met hun sterkste elf beginnen en dan spelers wisselen om ze rust te geven. ‘En wat dan als het halverwege 0-0 staat en na een uur nog steeds? Dan laat ik die spelers staan of wissel ik ze en verliezen we alsnog. Heb ik het óók niet goed gedaan. Het gaat om een afweging die we maken met betrekking tot spelers en die heeft betrekking op de korte, de middellange en de lange termijn. Als we de groepsfase mogen halen, dan gaan we meer donderdag- en zondagwedstrijden spelen en zullen we die afweging vaker moeten maken. Zo werkt dat. En we zullen ook altijd achteraf kijken of we het goed of fout hebben gedaan.’

MISREKENING

Deze keer lijkt het een misrekening. De toch al dun bezette posities in de defensie maken het niet gemakkelijk. Zonder Doekhi en Rasmussen vormen Dominik Oroz en Tomás Hajek een centraal duo tegen Willem II. Dat scheelt een jas. Oroz speelt zelfs bijzonder slecht. ‘Moet ik hem dan na één slechte wedstrijd direct uit de ploeg halen?’ Letsch stelt zelf de vraag die hem niet wordt voorgelegd. De constatering dat Oroz een weinig gelukkige dag kende, onderschrijft hij in elk geval. Mocht Vitesse de Conference League halen en technisch directeur Johannes Spors nog centjes in de portemonnee hebben, dan is een extra centrale verdediger zeker geen luxe. Letsch bevestigt het niet, maar ontkent het evenmin. ‘Daarvoor moet je bij iemand anders zijn. Als er een speler weggaat, train ik met een speler minder; als er eentje bij komt, train ik met eentje meer. Het zijn niet mijn zaken. En weet je, het is goed te beseffen dat wij Vitesse zijn. Wij leiden ze op, jonge spelers die een toekomst hebben en die wij voorbereiden op die toekomst. Wij zijn geen Paris Saint-Germain die even een paar toppers kopen.’

Bron: VI / Foto's: SV

Hoofdsponsor: