Zomaar met de spelers gaan biljarten, dat kon nog in 1992

In de week dat de club zelf 120 wordt, viert de Suppor­tersvereniging Vitesse het 20- jarig bestaan met een groots feest. Hoe het was en hoe het is.

Hij was een jaar of vijf toen hij aan de hand van zijn va­der mee ging naar een wedstrijd van Vitesse. Nog altijd is Johan Wagendorp (47 inmiddels) nage­noeg ieder duel op de tribune van de geel-zwarten te vinden. Als sup­porter, of als steward.

De Arnhemmer is een van de op­richters van de Supportersvereni­ging Vitesse, die officieel bestaat sinds 16 januari 1992. Vrijdaga­vond, in de week dat de club zelf de 120 passeert, viert de SV Vites­se dat jubileum met een groots op­gezet slotfeest van het seizoen 2011/12.

Het begon allemaal begin jaren ne­gentig met de traditie om op maandagavond met een klein club­je supporters bij elkaar te komen in het café van stadion Nieuw Monnikenhuize. „Het onderscheid spelershome en supportershome was er nog niet”, verteltWagen­dorp.

Supporters dronken er samen een pilsje en een tafeltje verder legde de selectie een kaartje of er werd gedart en gebiljart. „ Iedereen zat door elkaar. Jongens als Theo Bos, John van den Brom, maar ook Jan Jongbloed dronken er ook een biertje bij barman Henk van Arn­hem.”

Hij was het die de supporters­groep ertoe aanspoorde zich te or­ganiseren. „Vitesse deed het steeds beter en had al een tijdje geen sup­portersvereniging meer”, bliktWa­gendorp terug. „Toenmalig voorzit­ter Karel Aalbers eiste dat alle gele­dingen Vitesse-aanhangers verte­genwoordigd zouden zijn.”

De ‘SV’ in oprichting kreeg ze alle­maal mee. Het Rijnfront en de Spykerside, maar ook de rolstoe­lers en het publiek op de eretribu­ne. „Wat dat betreft is er niets ver­anderd”, zegt huidig voorzitter Stef ten Thij. „We hebben nog steeds leden uit alle windstreken van het stadion.”

Wat wél veranderd is: „Het is alle­maal veel zakelijker geworden”, vindt Wagendorp. Een kaartje leg­gen tussen de spelers is er niet meer bij. Dat verdween met de ver­huizing van Nieuw Monnikenhui­ze naar GelreDome. Maar ook de verzakelijking van het profvoetbal in het algemeen speelt een rol, denkt de Arnhemmer.

Wagendorp kijkt uit naar de ople­vering van het nieuwe trainings­complex op Papendal, waar straks alle elftallen van Vitesse hun wed­strijden afwerken. Je zal hem nooit zien bij Jong Vitesse, dat bij De Bataven in Gendt voetbalt. „ Maar straks, als ze weer in Arn­hem spelen, dan ga ik weer.”

Ten Thij wil wel wat kanttekenin­gen plaatsen bij de romantiek van Nieuw Monnikenhuize. „ De lijn­tjes met de club zijn nog altijd kort. Het is niet meer zo dat we ge­woon bij de voorzitter naar bin­nen kunnen wandelen, maar als er iets is, bellen we gewoon en dan is alles bespreekbaar.”

Darten met de spelers, of een pot­je pokeren, kan ook anno 2012. Het moet dan alleen wel georgani­seerd worden. En dat doet de SV dan ook. Ten Thij kijkt net als Wa­gendorp uit naar het complex op Papendal, dat weer een echt ‘ho­me’ voor Vitesse kan worden.

Hij benadrukt de rol van de ‘SV’ als belangenbehartiger: „We heb­ben de prijzen van seizoenkaarten kunnen handhaven en prijsstijgin­gen kunnen afremmen. We run­nen het supportershome en het vervoer naar uitwedstrijden. Dat kan geen enkele andere club in Ne­derland zeggen.”

Vitesse zelf is blij met de activitei­ten van de supportersvereniging. „ De SV staat altijd voor ons klaar, ook toen het minder ging met de club”, zegt woordvoerster Ester Bal. „Natuurlijk zijn we het niet al­tijd met elkaar eens, maar er is een goede verstandhouding. Dat is bij veel clubs wel anders.”

Gelderlander